Bart's Branie | Een taak voor de OVB?
In deze rubriek geeft gewezen stafhouder Bart Staelens zijn eigenste blik op het reilen en zeilen binnen de Orde van Vlaamse Balies en daarbuiten.
Over de laatste AV wil ik eigenlijk niet veel vertellen. Alles liep vast, niets lukte. Discussies over een cel proportionaliteit. Nieuwe wetgeving, Europees geïnspireerd, verplicht alle Ordes om een stevige proportionaliteitstoets bij elk nieuw reglement door te voeren. De Koning kan een orgaan creëren om advies te verlenen met betrekking tot de proportionaliteit. Moeten wij als OVB nu een eigen proportionaliteitscel creëren, om dit in eigen handen te houden of niet? Zou ons dat behoeden van een ingrijpen van een Koninklijke cel? En hebben wij wel een aparte cel nodig? Eeuwige discussies, ze liepen vast in het moeras. De West-Vlamingen waren het actiefst, maar wij waren het actiefst in beide tegenstrijdige kampen. Moet kunnen, het ware wat vreemd dat het denken per balie anders zou zijn. Of dat iedereen binnen de eigen balie hetzelfde zou denken. In elk geval, een nogal zelfgenoegzame AV meende uiteindelijk dat we eigenlijk niets hoefden te doen en dat de AV zelf wel de proportionaliteit kan toetsen. Enig verder denkwerk zal hier noodzakelijk zijn.
Maar laat ons even die teleurstellende AV achter ons laten en laat ons de blik werpen op een allesbehalve teleurstellende openingsconferentie. Schitterende openingsconferentie, wie er niet was, heeft iets gemist.
De spreekster vuurde tal van denkpistes en al dan niet aangename vaststellingen op ons af. De stafhouder repliceerde sierlijk. Daarna kwam een dame met vlammend zwaard nog iets uiteenzetten over justitie, op zich allemaal interessant, maar dit had niets te maken met de rede en de repliek.
Wat zou nu nog het probleem kunnen zijn voor de vrouwelijke advocaten? Ok, Marie Popelin was een heldin en wie zou er nu nog iets kwaads kunnen vertellen over Marie Popelin. Ook over Nelson Mandela, daar is iedereen internationaal nu vol lof, al wie het Robbeneiland ooit heeft bezocht, weet hoeveel miserie die man moet hebben gehad. En priester Daens, in België, ook die man krijgt alle lof maar al wie het kleine zaaltje in het museum in Aalst heeft bezocht waar de man naar verbannen werd door de Kerk, waar hij in eenzaamheid elke dag de mis mocht opdragen, die weet hoe diep die man moet gegriefd zijn door het apparaat. Goed, leve Popelin, maar wat nu anno 2021?
Recepties na de rede en op de tweede dag van de stafhouder, kunnen zeer leerrijk zijn als er indringend over het onderwerp van de rede gesproken wordt. Wat “functioneel drinken” kan genoemd worden.
Durven we ons eigen werkmodel en verdienmodel als advocaat in vraag stellen?
We komen uit de tijd waar mijnheer de advocaat, net zoals mijnheer de doktoor, voor alles wat het gezin, de kinderen en het huishouden betreft, kon terugvallen op zijn vrouw. Achter ieder sterke dokter of advocaat, stond een sterke vrouw. Maar wat nu in 2021? Is dit model handhaafbaar? Is het nog van deze tijd dat zonder al te veel tellen uren en uren gewerkt wordt, zijn we wel zo productief als we uren en uren werken? En waar, sterk of niet, ook anno 2021 de gezinstaken klaarblijkelijk nog steeds en in grote mate op de vrouw wegen, kan de vrouw dan dit oude werk- en verdienmodel op gelijkwaardige wijze aangaan als de mannelijke advocaten?
En trouwens, stellen de jongere mannen zich daarin ook niet anders op dan de oudere kerels?
En is het niet net dit onzekere model, dat zoveel vrouwen naar een tweede rang duwt en dat zoveel vrouwen, zeker als de biologische klok tikt, dan drijft naar ambtenarij en magistratuur?
De vraag stellen is ze wellicht beantwoorden.
Is het dan ook niet denkbaar dat we ons beroep op een andere wijze organiseren zodat de structurele voorwaarden er zijn dat iedereen de door hem of haar gewenste plaats aan de balie kan innemen.
Kan er binnen OVB dus niet gedacht worden aan de mogelijkheid van de advocaat-bediende. Waarbij sociale bescherming genoten wordt binnen het werknemersstatuut, waarbij kan voorzien worden in een arbeidsduur per week die in 2021 als normaal aanzien wordt. Waarbij ook in een vakantieregeling kan voorzien worden, die iets of veel ruimer is dan vele opgejaagde advocaten zichzelf permitteren.
Ware het niet aangewezen dat er een ruimer keuzepakket kan aangeboden worden aan al wie advocaat is. Wie het ondernemerschap volledig wil beleven, ok uiteraard, en die advocaten zijn en blijven werkelijk levensnoodzakelijk. Zonder gepassioneerde ondernemingsgezinde advocaten, overleeft het beroep niet. Het beroep is arbeidsintensief, het cliënteel blijft een grote onzekerheid, gepassioneerde ondernemers, de balie kan niet zonder.
Al moeten we beseffen dat het oude model, per definitie onder druk komt. Want meer en meer lopen we in het gareel van vervaltermijnen, conclusiekalenders, tegen die termijnen in moet er voortdurend gespurt worden. En cliënten willen uiteraard sneller advies dan vroeger. De mail zweept ons op. Na het passeren van de postbode, weten we helemaal niet meer welke post, mail dus, er nog allemaal op ons advocatenbordje terecht komt. Het oude systeem in deze nerveuzere tijden aannemen, dit leidt ertoe dat het oude werkmodel werkelijk op de spits gedreven wordt. En wie zijn GSM-nummer aan het cliënteel doorgeeft, die komt nog meer onder druk.
De stafhouder gaf in zijn repliek met enige terechte tevredenheid aan dat zijn grote kantoor in zeer grote mate uit vrouwelijke advocaten bestond (waarbij hij ook meteen ruiterlijk toegaf dat dit bij de vennoten nog ietsje anders was). En men kan natuurlijk met enige creativiteit binnen het zelfstandigenstatuut voorzien in zekerheidjes, in leuke dingen, in bijkomende bescherming, enz., maar kunnen we dat afdoende? En is het dan niet eerlijker om te voorzien in de mogelijkheid, voor wie het wil, om te opteren voor een bediendenstatuut? En ware het niet strikt noodzakelijk dat ook al wie zelfstandig wil zijn, als vrouw kan terugvallen op een veel ernstigere sociale inkadering van zwangerschap en bevallingsverlof. Bij de verhogingen via Precura van ziekteverzekering, is de stap hier niet gezet. Zwanger zijn was geen ziekte, zo kon ik op de besprekingen horen, dat was vrije wil! Dat zal wel, maar wat kan de balie vrouwelijke advocaten aanbieden en wat kan er voor hen voorzien worden?
Wie zich echt zorgen maakt over de nog steeds bestaande verschillen tussen man en vrouw aan de balie, die kan natuurlijk vlakaf zeggen, zoals de succesvolle vrouwelijke advocaten zeggen, dat het misschien volstaat even hard te werken als de man om op dezelfde plaats te staan. Maar leidt de rolverdeling die er in de maatschappij nog bestaat, er niet toe dat dit voor een vrouw in veel gevallen niet mogelijk is? En hoe dan ook, vrouw of man, is het model dat wij als advocaat aanhangen, nog voor iedereen weggelegd en is dit niet meer en meer iets voor de kleine of kleiner wordende groep van werkelijk gepassioneerde workaholics?
Dit moet OVB toch duidelijk eens in vraag stellen.
Heb ik pasklare antwoorden? Neen, maar als we het echt menen met gelijkwaardige kansen voor de sexen, dan moeten we voor de spiegel durven staan en ons afvragen of zondermeer verder stappen op de geijkte paden, wel aangewezen is.
Natuurlijk ben ik mij er van bewust dat elke betere sociaalrechtelijke omkadering, bescherming, keuzemogelijkheid, zijn prijs heeft. Rechters, cliënten, ambtenaren, zij hebben de verkeerde perceptie over het inkomen van de advocaat. Aangerekende erelonen worden vergeleken met de eigen netto-lonen, waarbij men steeds uit het oog verliest dat wat de advocaat ontvangt, heel wat uiterst bruto moet dekken. Tot mijn verstomming las ik laatst een beschikking van een Vrederechter die het ereloon van een bewindvoerder herleidde van € 600,00 naar … € 100,00. Of dit gebeurde onder het banier van het de advocaten hatende Nolfisme, het is mij niet duidelijk maar een bruto-betaling van € 100,00, wat is dat nu? Op droog brood en aalmoezen kan geen enkel ernstig sociaalrechtelijk systeem gebouwd worden.
En als er verschillende statutaire situaties denkbaar worden binnen de balie, dan ware het misschien leuk als binnen 20 of 30 jaar moet vastgesteld worden dat de keuzes van mannen en vrouwen, in een samenleving waar de rolverdeling misschien algemeen anders wordt bekeken, niet eens zo ver uit elkaar lopen.
Nu delen de vrouwelijke rolmodellen mee, dat zij hard gewerkt hebben en dat men niet mag besparen op de samenwerking met derden om te zorgen voor de gezinstaken en voor de kinderen. Mannen zeggen dat niet zoveel omdat zij er klaarblijkelijk automatisch – kunnen? – van uitgaan dat hun vrouw dat wel doet.
Impliceert die oproep tot in de spiegel kijken, en dit moet dan maar gebeuren in het kader van de AV OVB, dat ik iets zou hebben tegen gepassioneerde ondernemers? Zeker niet. Nogmaals, zonder gepassioneerde ondernemers zal het beroep niet overleven. Het is een plezier om een aantal 70’ers aan de balie nog vol passie bezig te zien. En wanneer denk je dat ik dit tekstje hier gemaakt heb?
Op zondag natuurlijk. Ik was net op tijd thuis. Mijn vrouw had weer eens bijzonder lekker gekookt.
Bart Staelens
NB1: OVB is volop bezig met een nieuw tuchtsysteem voor advocaten. Daaromtrent bestaat er ernstige parlementaire initiatieven waaraan OVB wil meewerken. Art. 457§4 lid 3 van het Gerechtelijk Wetboek, “de assessoren worden gekozen uit de gewezen leden van de raden van de Orde”, gaat dan best op het schop. Dit is een schoolvoorbeeld van een indirecte discriminatie van de vrouwelijke advocaat. Op zich is er geen ongelijkheid te bespeuren in dit voorschrift maar vroeger waren er nu eenmaal zo goed als geen vrouwen lid van de raden van de Orde. De tuchtraden blijven dus bijzonder mannelijk, ten onrechte.
In 2006 had die bepaling misschien nog een zekere zin, de raden van de Orde hadden tot dan de tuchtrechtelijke bevoegdheid uitgeoefend. De “gewezen leden” hadden dus misschien wel een zekere ervaring. Maar 15 jaar later heeft deze bepaling geen enkele zin meer.
NB2: En me too, dit kwam niet echt aan bod op de openingszitting. Ik dacht ook in mijn naïviteit dat dit feitelijk niet echt een probleem vormt. Volgens de advocatenbarometer zou 5 procent klagen over een me too-toestand. Dit zou dan wel inhouden dat voor de balie West-Vlaanderen er een goede 70 advocaten daarover zouden kunnen klagen. Toch nog even over nadenken natuurlijk. En we hebben aan onze balie nu een vertrouwenspersoon, mr. Marie Dedeurwaerdere.
Reactie toevoegen