Bart's Branie | Het jongetje en het kantonnaal examen

Mijn zesde leerjaar doorliep ik in de aangename school om de hoek. Maar op het einde van het zesde leerjaar stond er iets belangrijks te gebeuren, we dienden allemaal het kantonnaal examen af te leggen.

Dat gebeurde in een grote zaal en met ernst werd ons uitgelegd dat we die examens best goed zouden moeten voorbereiden en dat de school erop rekende dat we het goed gingen doen. Het toeval wilde dat op dit ogenblik mijn eigen vader de kantonnaal inspecteur was. En de inspecteurs hadden hun kantoor thuis. Ik wist perfect waar de examens lagen in het kantoor van mijn vader. Maar geen haar, nog bijzonder kort haar, op mijn hoofd dacht eraan om tijdens de afwezigheid van mijn vader even het kantoor binnen te sluipen en mij de examens toe te eigenen. Dit was zonder meer ondenkbaar, dit zou oneerlijk geweest zijn, dit zou unfair geweest zijn.

Ik was natuurlijk een naïef jongetje, een plechtig communicantje, maar dit was dan toch mijn ethiek.

We horen en lezen nu dat de ethiek van een twaalfjarig naïef jongetje, klaarblijkelijk niet zou bestaan – zou want we weten nog niets zeker – bij een aantal magistraten, een aantal aspirant-magistraten.

Dit heeft mij, en mij niet alleen, diep geschokt. Kunnen we nu echt niet rekenen op minimale ethische maatstaven bij magistraten en aspirant-magistraten? En hoe kunnen dan alle, al dan niet gerechtvaardigde, verdenkingen van klassenjustitie gecounterd worden?

En hoe kaderen we dit in de verdediging, zeer noodzakelijke verdediging, meer en meer, van de rechtsstaat, die we, zeker als advocaten, moeten voeren?

Die vragen houden mij bezig.

Of ben ik eigenlijk zelf verkeerd? Ben ik van het naïeve jongetje uitgegroeid tot een naïeve volwassene, tot een naïeve senior?  Mogen we even monkelend lachen dat elk zich inspant en dat het nu toch niet zo vreemd is dat als men de examens kan bekomen vooraf, dat men dit dan doet? Being smart?

Ben ik verkeerd gestart als jongetje en verkeerd geëindigd als volwassene?

Als ik sommige reacties hoor, dan rijzen die laatste vragen.

Maar laat ons vlakaf weigeren toe te geven aan die laatste vragen. Wie de magistratuur wil binnentreden, die is bijzonder welkom, maar dit moet op een evident eerlijke wijze gebeuren. Daar mag geen duimbreed aan toegegeven worden.

En is alles nu negatief te bekijken? Neen, dat advocaten klokkenluiders kunnen zijn, dit doet bijzonder veel deugd. Bij het brede publiek worden de advocaten niet steeds even hoog ethisch ingeschat, daar zullen we wel moeten leren mee leven, maar daar heeft het brede publiek het dus verkeerd voor. Quod erat demonstrandum.

 

Bart Staelens
 

Commentaar

Lanssens

Mooie bijdrage van onze oud Stafhouder. Maar waarom niet de naam vermelden van die moedige confrater die de kat de bel durfde aanbinden...?
Proficiat Suzy !

Geplaatst op vr, 17/05/2024 - 14:16

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.