Beducht voor tucht?

Gewezen stafhouder Brigitte Vander Meulen licht op bevattelijke wijze de belangrijkste principes uit het tuchtrecht en de meest voorkomende overtredingen toe.
 

1.  WAAROM EEN EIGEN TUCHTRECHT?

Advocaten zijn onderworpen aan een eigen tuchtrecht.  Waarom?

De reden hiervan is omdat één van de kernwaarden van ons beroep net onze onafhankelijkheid is.

Door deze onafhankelijkheid bieden wij  in een rechtstaat de garantie voor een onpartijdig en eerlijk proces voor een onafhankelijke rechter.

Precies omdat de advocatuur een taak heeft in het gerechtelijk apparaat, en tegelijk als wederpartij van de overheid en van dat gerechtelijk apparaat optreedt, moet de balie los van de rechterlijke macht en los van de uitvoerende macht kunnen werken.

Om die onafhankelijkheid te kunnen garanderen, is het noodzakelijk dat de balie zelfbestuur heeft en een eigen tuchtrechtelijke bevoegdheid.  De balie moet zelf de controle behouden over wat in de beroepsuitoefening al of niet kan, en het gerechtvaardigd karakter van zijn optreden kunnen beoordelen
 

2.  WAAR IS DIT TUCHTRECHT TE VINDEN?

De deontologische bepalingen en regels van het tuchtrecht zijn enerzijds terug te vinden onder de afdeling 'balie' van het  Gerechtelijk Wetboek (art. 428 - 477 Ger.W.) en anderzijds in de Codex Deontologie voor Advocaten.

Uiteraard zijn er heel wat handboeken (zoals de “Dikke Stevens”) en heel wat rechtspraak (o.a. terug te vinden op het privaat luik van de website van de OVB, ook deontologie-adviezen zijn daar terug te vinden) …
 

3.  HOE SCHIET ZO EEN PROCEDURE IN GANG?

Een tuchtprocedure kan op 2 manieren in gang worden gebracht.

1/ ofwel n.a.v. een brief of klacht van een burger / cliënt / confrater van eigen balie of andere balie / het OM /een zetelend magistraat die gericht wordt aan de stafhouder.

2/ ofwel ambtshalve door de stafhouder, als hij op een andere wijze kennis neemt van bepaalde feiten waaromtrent hij meent dat een onderzoek moet worden ingesteld of als hij hiertoe aangezocht wordt door de procureur-generaal.
 

4.  WAT GEBEURT ER DAN?

Niet elke brief geeft aanleiding tot het openen van een tuchtprocedure.

De stafhouders maken onderscheid tussen enerzijds een verzoek tot tussenkomst en anderzijds een tuchtklacht in de zin van art. 458 Ger. W.
 

4.1.  VERZOEKEN TOT TUSSENKOMST

Bij verzoeken om tussenkomst gaat het veelal om discussies tussen advocaten waarin de klager zich beklaagt over het gedrag van de andere confrater zoals:

- het niet afgeven van een dossier door de opgevolgde advocaat aan de opvolgende advocaat
- stellen dat de tegenstrever zich moet deporteren uit een zaak omdat hij voorkennis heeft uit een vroeger dossier of contact  gehad heeft met de eigen cliënt of ander cliënt
- het feit dat de tegenstrever verstek heeft genomen hoewel hij op de hoogte was van tussenkomst van de klager
- het feit dat men een nutteloze verplaatsing heeft moeten doen omdat de tegenstrever niet had verwittigd
- klacht dat vertrouwelijke briefwisseling of gesprekken in officiële stukken zoals conclusies worden vermeld of geciteerd
- het feit dat de confrater niet voorafgaand aan betekening van een vonnis de tegenstrever een laatste verwittiging heeft gestuurd (inbreuk op art. 106 van de Codex Deontologie voor Advocaten – dat vreemd genoeg niet genoegzaam gekend is onder de advocaten)
- ...

Het kan ook dat een magistraat (parket of zetel) zich beklaagt over de houding of het gedrag van een advocaat op de zitting of in een dossier.

- vb. advocaat die op de zitting pretendeert aangesteld te zijn in tweedelijnsbijstand terwijl een ander confrater hetzelfde voorhoudt
- vb. advocaat die de zetel niet verwittigt dat hij niet op de (pleit)zitting aanwezig zal zijn
- vb. advocaat die na een zitting in strafzaken in de pers zich verdiensten gaat toe-eigenen die hij niet heeft

In al deze gevallen vraagt de klager eigenlijk niet dat de tegenstrever een tuchtstraf zou krijgen, maar wel dat de stafhouder regelend zou optreden.

De stafhouder stuurt doorgaans een brief naar de advocaat tegen wie de klacht is gericht met vraag om uitleg en om zijn standpunt te geven. Mogelijk volgt daarop nog repliek en nog verdere briefwisseling.

De stafhouder neemt dan een beslissing, die moet worden nageleefd.

Beroep tegen dergelijke beslissing is niet echt mogelijk. Wel een willig beroep, waarin de advocaat vraagt of de stafhouder niet bereid is zijn beslissing te herzien op basis van nieuwe argumenten die hij aanbrengt.
 

4.2.  EIGENLIJKE KLACHTEN

Klachten van cliënten betreffen vaak het feit dat zij vinden dat de advocaat niet naar behoren voor hem is opgetreden, of niet voldoende bereikbaar is, of dat zijn ereloonstaat te hoog is …

Omtrent het ereloon dat een advocaat heeft aangerekend, onthoudt de stafhouder zich om daaromtrent standpunt in te nemen.

Klachten van confraters of magistraten betreffen doorgaans het onheus optreden van een confrater/advocaat, of een vraag die men zich stelt of het gedrag van een confrater wel door de beugel kan, of het signaleren van zaken waarvan men meent dat het in strijd is met de deontologie.

Ook in die gevallen kan de stafhouder eerst met een brief om uitleg vragen aan de betreffende confrater tegen wie de klacht is ingediend.  Of hij kan de advocaat in kwestie uitnodigen voor een gesprek op zijn kabinet.

In dat stadium kan de stafhouder nog steeds beslissen dat hij de advocaat niet doorverwijst naar de tuchtraad en zich ertoe beperken de advocaat te berispen of terecht te wijzen.

Als de beslissing inhoudt dat de stafhouder de desbetreffende advocaat wel of geen sanctie oplegt of niet doorverwijst naar de tuchtraad, dan is de brief omstandig gemotiveerd en wordt ook de beroepsmogelijkheid in de brief uitgelegd (beroep bij de voorzitter van de tuchtraad)
 

5.  HET TUCHTONDERZOEK EN DE AFHANDELING

Als de feiten ernstig zijn en geen verder uitstel verantwoord is, of wanneer de advocaat waartegen de klacht is geformuleerd, geen antwoord of geen voldoende antwoord geeft, zal de stafhouder doorgaans beslissen een tuchtonderzoek te openen.

De advocaat in kwestie wordt hiervan met aangetekende brief verwittigd en in de brief staat vermeld waarover het onderzoek gaat en wie als onderzoeker is aangesteld.

De stafhouder kan het onderzoek zelf doen, of een onderzoeker aanstellen. 

De onderzoeker nodigt de advocaat uit voor een verhoor.  Bij dit verhoor kan de advocaat zich laten bijstaan door een raadsman In dat stadium heeft de advocaat geen inzage in het dossier.

Van het verhoor wordt een PV opgemaakt dat ondertekend wordt door de onderzoeker en de verhoorde advocaat.

De onderzoeker maakt een verslag op en bezorgt dit verslag samen met het dossier aan de stafhouder.

Op basis daarvan beslist de stafhouder of hij het dossier in kwestie al dan niet doorstuurt naar de tuchtraad.

M.a.w. zelf na een tuchtonderzoek is het nog steeds mogelijk dat de stafhouder beslist het dossier niet door te sturen naar de tuchtraad, bijvoorbeeld omdat hij van oordeel is dat de advocaat een plausibele uitleg heeft gegeven of er omstandigheden zijn die de feiten voldoende kaderen.

De stafhouder geeft zijn beslissing te kennen aan de advocaat en aan de klager.

Wordt het dossier doorgestuurd naar de tuchtraad, dan wordt de advocaat opgeroepen om zich daar te verdedigen.  Vanaf dit moment hebben hij en zijn raadsman inzage in het dossier.

Op de zitting van de tuchtraad (die zetelt in Gent en samengesteld is uit vijf advocaten – oud-stafhouders of oud-leden van de raad van de Orde) doet de stafhouder of de onderzoeker verslag aan de tuchtraad nopens de feiten en het onderzoek. 

De advocaat voert zijn verdediging, hetzij zelf, hetzij via een raadsman. Hij kan conclusies neerleggen en stukken voorbrengen.

Het gebeurt dat de tuchtraad de zaak op een latere datum uitstelt teneinde de advocaat toe te laten bijkomende stukken bij te brengen.

Na in beraad name volgt een tuchtuitspraak.

Tegen de beslissing van de tuchtraad is hoger beroep mogelijk.  In dat geval wordt de hele zaak overgedaan voor de tuchtraad in beroep te Brussel.
 

6.  WAT ZIJN DE MEEST VOORKOMENDE TUCHTOVERTREDINGEN WAARVOOR EFFECTIEF VERVOLGD WERD DE AFGELOPEN JAREN IN WEST-VLAANDEREN?

Hierbij een samenvattend overzicht van de inbreuken waarvoor de afgelopen jaren in West-Vlaanderen confraters werden doorgestuurd naar de tuchtraad.

Hierbij dient genuanceerd dat voor wat betreft de minder ernstige inbreuken, de advocaat vaak al veel kansen tot regularisatie heeft gekregen en aan zich heeft laten voorbijgaan, vooraleer hij effectief wordt opgeroepen voor de tuchtraad.

1/ het niet behalen voldoende punten permanente vorming

Deze verplichting staat in art. 52 van de Codex deontologie.
Confraters die punten tekort komen, worden opgeroepen en krijgen doorgaans de mogelijkheid om hun achterstand in te halen.  Wie evenwel koppig weigert, riskeert tuchtvervolging.

2/ het niet beantwoorden brieven van de stafhouder

Een advocaat is respect verschuldigd aan zijn tuchtoverste en de eerste tuchtoverste is zijn stafhouder.
Het is niet te schatten hoeveel advocaten gewoon niet reageren op brieven of ingebrekestellingen van de stafhouder.  Dit is niet alleen ergerlijk maar betekent ook een heleboel werk van rappels en opvolging voor het secretariaat.

3/ het schrijven van verwijten of beledigingen naar de stafhouder of naar een confrater

Men is eerbied verschuldigd aan de stafhouder, maar ook naar confraters dient men geen verwijten te sturen.
Men zou versteld staan waarvoor confraters mekaar allemaal uitmaken..

4/ het niet tijdig rapporteren van de derdenrekening

In art. 136 van de codex deontologie staat vermeld dat de advocaat elk jaar het saldo van zijn derdenrekening moet rapporteren met opsplitsing van het saldo per dossier. Nog veel advocaten “vergeten” tijdig te rapporteren.
Wie niet tijdig rapporteert zal door de controlecel gecontroleerd worden, maar riskeert ook tuchtvervolging, zeker wanneer de inbreuk zich herhaalt.

5/ het niet betalen van de baliebijdrage

Art 144 van de codex bepaalt dat elke advocaat een bijdrage verschuldigd is aan de plaatselijke orde.
Bij financiële moeilijkheden worden afbetalingsfaciliteiten verleend, doch de advocaat die zonder enige uitleg nalaat zijn baliebijdrage te betalen, kan vervolgd worden in tucht.

6/ het niet naleven van een batonnale beslissing

Wanneer de stafhouder een beslissing neemt t.a.v. een confrater, dient deze die beslissing na te leven en uit te voeren.

Vb. gebod zich uit een dossier terug te trekken
Vb. gebod een bepaalde (vertrouwelijke) passage in conclusies te schrappen

Vb. verbod nog  aanwezig te zijn op een vergadering van een VME
Vb. paleisverbod

De confrater die zich niet voegt naar de beslissing die de stafhouder ten aanzien van hem heeft genomen, riskeert te worden vervolgd in tucht.

7/ onregelmatigheden bij het gebruik van de derdenrekening

Ook dit is een heikel punt.  Nogal wat confraters gaan onopzettelijk of opzettelijk onzorgvuldig om met hun derdenrekening en gebruiken die rekening om private uitgaven te betalen, hetgeen absoluut verboden is.
Ook wordt er geld ingehouden of niet correct doorgestort naar de cliënt of is er onvoldoende transparantie.

Art. 446 quater Ger. W. stelt dat elke advocaat een onderscheid moet maken zijn tussen zijn eigen gelden en derdengelden

Art 131 van de Codex Deontologie stelt dat
- de advocaat uitsluitend een derdenrekening mag openen bij een door de OVB erkende financiële instelling

- de derdenrekening een zichtrekening moet zijn
- de derdenrekening nooit een debetsaldo mag vertonen
- elke vorm van krediet op de derdenrekening uitgesloten is
- de uitgifte van bank- of kredietkaarten op de derdenrekening niet toegelaten is
- domiciliëringen op de derdenrekening niet toegestaan zijn
- uitgifte van cheques of cashafhalingen van de derdenrekening verboden zijn behoudens voorafgaande schriftelijke toestemming van de stafhouder en na mededeling van de identiteit van de begunstigde
- de advocaat bestendige opdrachten kan geven maar uitsluitend ten gunste van cliënten of derden
- de derdenrekening kan op geen enkele wijze tot zekerheid dienen
- elke schuldvergelijking,  fusie of bepaling van eenheid van rekening tussen de derdenrekening en een andere bankrekening is uitgesloten

Art 133
Derdenrekeningen worden uitsluitend gebruikt voor de verhandeling van derdengelden.

Art 134
De advocaat maakt de derdengelden zo spoedig mogelijk over aan hun bestemmeling en vermeldt daarbij de gegevens die die de identificatie van het dossier mogelijk maken.

Hij kan de gelden die bestemd zijn voor zijn cliënt geheel of gedeeltelijk overschrijven op zijn zichtrekening als voorschot, ereloon of betaling van kosten, na zijn cliënt daarvan schriftelijk op de hoogte te hebben gebracht.

Als de advocaat om redenen onafhankelijk van zijn wil derdengelden niet spoedig aan de bestemmeling kan of mag overmaken schrijft die hij de gelden over op een rubriekrekening waarvan de  rente aan de bestemmeling toekomt.

Op deze laatste twee paragrafen worden nogal wat inbreuken gemaakt: gelden worden afgeboekt als ereloon zonder het voorafgaand akkoord van de cliënt.  Gelden blijven soms lang geparkeerd op de derdenrekening.

8/  het vermengen van persoonlijke zaken met zaken van cliënten waardoor dan de onafhankelijkheid van de advocaat in het gedrang komt.

Vb. aandelen kopen van een onderneming van een cliënt en het zaakvoerderschap waarnemen en dan later optreden als raadsman van deze onderneming
Vb zijn creditkaart ter beschikking stellen van een cliënt

Vb. persoonlijke leningen toestaan aan een cliënt
Vb. optreden voor familieleden

9/ het niet betalen van schulden en veroordelingen oplopen

Het niet tijdig betalen van sociale zekerheidsbijdragen, BTW-schulden fiscale schulden, kostenstaten van gerechtsdeurwaarders; dit alles is strijdig met de waardigheid van het beroep van advocaat.

10/ veroordeeld worden voor verkeersovertredingen voor de politierechtbank, in het bijzonder in staat van intoxicatie of dronkenschap

Weet dat de procureur-generaal de stafhouder op de hoogte brengt van elk vonnis waarin een advocaat wordt veroordeeld.  Doorgaans zijn stafhouders mild voor een eerste inbreuk, maar wanneer de waardigheid van het beroep in het gedrang komt, kan een tuchtonderzoek geopend worden.

11/ gedagvaard worden voor of veroordeeld worden door de correctionele rechtbank 

Tegen de advocaat die gedagvaard wordt voor betrokkenheid in zaken van drugs, oplichting, misbruik van vertrouwen, huisjesmelkerij, smaad enz.. of die veroordeeld wordt wegens dergelijke misdrijven zal een tuchtonderzoek geopend worden.

12/ het demarcheren van cliënteel

De advocaat die in de wandelgangen van de rechtbank of in de gevangenis “vist” naar cliënten, maakt zich schuldig aan inbreuk op de codex deontologie.

13/ het plegen van valsheid in geschriften 

en de cliënt doen geloven dat het een echt stuk is.

14/ het afwenden van gelden van faillissementen of van cliënten of van personen die men onder bewind heeft

Dit hoeft geen verdere uitleg…
 

7.  WELKE STRAFFEN SPREEKT DE TUCHTRAAD UIT?

De straffen variëren: dit kan gaan van een berisping, al over een schorsing (voorwaardelijk of effectief) van zeven dagen tot meerdere maanden. De zwaarste straf is de schrapping.
 

8.  IS ER NOODZAAK AAN TUCHT?

Ja.  Een toepassing van het tuchtrecht, waarbij rekening wordt gehouden met de feiten, de omstandigheden, de  persoon van de overtreder, zijn tuchtrechtelijk verleden, de berokkende schade en alle andere relevante gegevens is goed voor de advocatuur en de functie die zij vervult zowel in het gerechtelijk geheel als in de maatschappij.

 

Commentaar

Christophe Capeau

Onderworpen aan een eigen tuchtrecht met als reden onafhankelijkheid en eerlijk proces?!
Klachten worden duidelijk niet ernstig onderzocht, de klager word op een oneerlijke manier behandelt.
De balie is een organisatie die bestaat uit advocaten met als gevolg dat ze de belangen van de advocaat verdedigen.
Als je problemen hebt met de advocatuur dan is het helemaal niet eerlijk dat collega advocaten daarover beslissen.

Geplaatst op do, 21/07/2022 - 23:31

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.