Billet d'humeur | Over raadsmannen en raadsvrouwen

In de rubriek 'Billet d'humeur' kan u een maatschappelijk (niet noodzakelijk juridisch) relevant opiniestuk op Henri laten publiceren, via henri@baliewestvlaanderen.be. Het kan daarbij ook om een repliek op een eerder verschenen billet d'humeur gaan. 

In deze Billet d'humeur neemt Mr. Vanessa Ramon het gendertaalgebruik op de korrel.

 

De januarimaand kent de traditie van goede voornemens, of, voor zij onder ons die teleurstellingen proactief willen voorkomen, minstens even een reflectiemoment.  

Bij de voorstelling aan de leden van de raad van de Orde op 1 oktober vorig jaar mocht ons kantoor de start van vier vrouwelijke eerstejaarsstagiairs aankondigen. Ik legde toen onwillekeurig de link met de titel van de toen nog komende openingsrede van confrater Sarah Leysen ‘Meiske zij je gij ook advocaat?’. Wat ik toen zei over het aloude gebruik van het woord ‘raadsman’ door en voor vrouwelijke advocaten, in aanwezigheid van stafhouder Rik Crivits, de raad, aanwezige stagemeesters (of hun vervangers) en eerstejaarsstagiairs, krijgt in deze rubriek een schriftelijke neerslag en een klein vervolg.

Vooreerst, ik ben verre van een voorvechter voor het zichtbaar worden van vrouwen in taal, een exclusief gebruik van genderneutrale begrippen, en zal evenmin een lans breken voor het gebruik van genderinclusieve functietitels om de loonkloof te dichten. Het viel mij eenvoudigweg wel hoe langer hoe meer op dat de meeste vrouwelijke advocaten naar zichzelf blijven verwijzen als de ‘raadsman’ van hun cliënt(e). Uit gewoonte, gemak, respect voor traditie of nonchalance?

De website van Taalunie (Nederland) kent en erkent alvast de term ‘raadsvrouw’. De, sinds deze maand gewezen, taaladviseur Ruud Hendrickx vond het al in 2003 in zijn column ‘Over adviseuses en directrices’ op VRT Taal maar evident dat een cameraman alleen maar kan slaan op een man die een camera bedient en als het een vrouw is dit alleen maar een cameravrouw kan zijn. Maar ook dat er wel leraressen zijn die zich leraar noemen en voorzitsters die zich voorzitter noemen. De vrouwelijke aanduidingen bestaan zoals hij het zegt wel, maar toch gebruiken sommigen liever het mannelijk begrip omdat er geen keus is, omdat er geen vrouwelijke vorm bestaat of omdat die hopeloos ouderwets klinkt. En kijk eens daar, in de persberichten over de opvolging van taaladviseur Ruud Hendrickx, nu benoemd als ‘taalraadsman’, wordt zijn opvolgster Geertje Slangen meteen aangekondigd als de nieuwe ‘taalraadsvrouw’ van de VRT.

Als ik erbij stilsta komt het mij vreemd over dat een advocate zich vereenzelvigt met raadsman. Een man heb ik zichzelf nog nooit vroedvrouw of hostess horen noemen. Een genderneutraal woord voor ‘raadsman’, anders dan ‘advocaat’, heb ik ook nog niet echt gehoord. Als verwezen wordt naar de ‘raad’ van cliënt(e) x of y komt het bij mij precies over alsof een stuk van het woord per ongeluk is weggevallen.

In afwachting van een passend neutraal begrip of een algemeen ingeburgerd gebruik van de generieke term ‘advocaat’ dat in de plaats komt van ‘raadsman’ nam ik mij alvast voor niet langer deze mannelijke vorm te gebruiken voor advocates. Voor mezelf en in mijn beleving kan ik niet anders dan vinden dat het gewoon niet past en wringt. Voorlopig raadsvrouw dan maar, of ‘gewoon’ advocaat (advocate hoeft voor mij zelfs niet).

Gewezen stafhouder Bart Staelens kwam na de voorstelling van de stagiairs meteen met de bedenking wat we dan doen met de vrouwelijke raadsheren uit de hoven van beroep. Een terechte bedenking, wat zouden we anders verwachten van confrater Staelens. Ik zou denken dat raadsvrouw daar alleen maar voor verwarring zou zorgen met de advocates. Misschien dan raadsdames, of doen de heren en dames te veel denken aan de spelers in een kaartspel en willen we onze magistratuur daarmee niet associëren? Dan maar gewoon gaan voor ‘raadslid’ ongeacht gender?

Elke column over vrouwelijke functies en beroepen op VRT Taal wordt afgesloten met de zin ‘En ten slotte: vraag aan de betrokken vrouw zelf hoe ze genoemd wil worden. Het kan je heel wat gedonder besparen.’ Ik kan het niet beter bedenken en sluit hiermee dan ook af.

Vanessa Ramon - advocaat of raadsvrouw, u mag kiezen.

Commentaar

Pol Tanghe

En wat met de aanspreking 'confrater'? consoror dan maar? Wordt vaak geprobeerd, met zeer weinig succes.

Geplaatst op do, 06/01/2022 - 07:51
Vanessa Ramon

De aanspreektitel zelf (confrater/meester naargelang) mag voor mij gerust blijven.

Geplaatst op vr, 07/01/2022 - 20:03

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.