Checklist rechtsbijstandsverzekering

Checklist rechtsbijstandsverzekering: de betaling van uw ereloonstaat verzekerd

Bijdrage van mr. Lies Sinnaeve (advocatenkantoor Crivits & Persyn)

Op 1 september 2019 trad de wet van 22 april 2019 op het toegankelijker maken van de rechtsbijstandsverzekering in werking. De bedoeling van de wetgever was het (ge)recht toegankelijker te maken door de polis een groot aantal risico’s verplicht te laten dekken (zoals bouwgeschillen en echtscheidingen). De betaalde premie geeft bovendien recht op een belastingvermindering.

Voor iedere advocaat is het belangrijk het wettelijke kader goed te kennen. Waar moeten we aandacht voor hebben bij het eerste consult met een cliënt en wat moeten we communiceren aan de rechtsbijstandsverzekeraar? Het niet naleven van de spelregels kan namelijk duur uitdraaien.

In tegenstelling tot de specifieke rechtsbijstandsverzekeringen (bijvoorbeeld deze verbonden aan de autoverzekering) zijn voor deze rechtsbijstandsverzekering per materie en per prestatie forfaitaire bedragen voor de erelonen vastgelegd bij KB van 28 juni 2019. De advocaat moet bij aanvang van het dossier en voor ieder dossier afzonderlijk beslissen of hij al dan niet genoegen neemt met deze bedragen. Als dat niet zo is, moet hij dit meteen melden aan de verzekeraar en aan de cliënt.

Het is dan ook aangewezen om binnen uw kantoor een soort checklist uit te werken en deze af te vinken bij elk nieuw dossier.

Enkele items die in deze checklist kunnen worden opgenomen:

1. Heeft mijn cliënt een rechtsbijstandsverzekering afgesloten volgens de wet van 22 april 2019?

Een dergelijke verzekering kan enkel individueel worden afgesloten, dus niet voor een vennootschap of een groep. Opgelet: de waarborg geldt ook voor geschillen in het professionele leven (beperkt tot geschillen over het arbeidscontract of het statuut van ambtenaar, maar ook geschillen over het sociaal statuut van zelfstandigen). De polis, die sowieso dateert van na 1 september 2019, moet expliciet vermelden of ze voldoet aan de vereisten van de wet van 22 april 2019.
 

2. Is er sprake van een gedekt geschil?

De polis moet minstens bepaalde geschillen dekken, zoals alle vorderingen tot schadevergoeding op basis van een contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid, de geschillen die ressorteren onder het erfrecht, het fiscaal of het administratief recht, de eerste echtscheiding (of einde van het wettelijk samenwonen) en alle geschillen over goederen of personen die daaruit voortvloeien.
 

3. Is de wachttijd verstreken?

Voor het merendeel van de geschillen is een wachttijd mogelijk, die doorgaans maximaal één jaar kan bedragen. Twee uitzonderingsgevallen zijn echtscheidingen (maximale wachttijd drie jaar) en bouwgeschillen (vijf jaar).

In het KB van 28 juni 2019 kunt u per materie en per concrete prestatie de forfaitaire bedragen raadplegen die de verzekeraar zal uitbetalen. Er zijn ook maximumwaarborgen per geschil (zoals € 13.000 per geschil in burgerlijke zaken en € 6.750 voor bouwgeschillen). Alle tarieven zijn inclusief kosten, maar exclusief btw.

Als u beslist geen genoegen te nemen met de forfaitaire bedragen, moet u dit bij aanvang van het dossier meteen melden aan de verzekeraar én de cliënt. Hieraan zijn geen vormvereisten verbonden. Enkel in dit geval valt elke overschrijding van de forfaitaire tarieven ten laste van de cliënt. Kosten van derden (bijvoorbeeld van een gerechtsdeurwaarder) vallen niet onder de forfaitaire bedragen en worden integraal door de rechtsbijstandsverzekeraar gedragen.

Als het antwoord op al deze vragen ja is, rest nog de belangrijkste beslissing voor u als advocaat, met name of u ermee akkoord gaat de opgelegde tarieven toe te passen en u dus te ‘conventioneren’. U moet dus voor elk dossier zorgvuldig afwegen of u de zaak kunt behandelen aan de opgegeven tarieven.
 

  • Meer info en de wettekst vindt u hier.
  • De tarieven vindt u via deze link.

 

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.