De overheid als cliënt: toepassing van de regels inzake overheidsopdrachten?
Bijdrage van mr. Evelien Vanhauter, advocatenkantoor Crivits & Persyn
Overheden zijn (principieel) gebonden aan de reglementering inzake overheidsopdrachten. Is dit ingewikkelde kluwen van procedure- en gunningsregels ook van toepassing in de relatie overheid-cliënt en advocaat? Niet altijd.
Contracteren met de overheid
Stel dat een overheid bepaalde renovatiewerken wil laten uitvoeren aan haar historische hallentoren. Voor de opmaak van de plannen doet ze een beroep op een studiebureau. Om de plechtige opening van de vernieuwde hallentoren te promoten laat ze vervolgens flyers drukken. Kan de overheid in dit verhaal zomaar om het even welke aannemer aanstellen? Kan ze zich beroepen op een studiebureau naar vrije keuze? Kan ze om het even welke drukkerij inschakelen?
In principe niet. Overheden zijn immers gebonden aan de regelgeving inzake overheidsopdrachten. Voor het plaatsen van dergelijke bestellingen moeten overheden principieel bepaalde regels en procedures naleven. Die zijn terug te vinden in de Wet inzake Overheidsopdrachten van 17 juni 2016, het KB Plaatsing Overheidsopdrachten in de Klassieke Sectoren van 18 april 2017 en het KB Plaatsing Overheidsopdrachten in de Speciale Sectoren van 18 juni 2017. Deze regels en procedures moeten in essentie toelaten dat de vrije mededinging tussen ondernemingen kan spelen en dat (de offertes van) ondernemingen op gelijke wijze worden behandeld en beoordeeld, om uiteindelijk de opdracht te gunnen aan de goedkoopste offerte, of de offerte met de beste prijs-kwaliteitverhouding.
Wat met juridische dienstverlening door advocaten?
Zijn overheden ook onderworpen aan de regelgeving inzake overheidsopdrachten als ze een beroep willen doen op een advocaat? Of kunnen ze voor juridische dienstverlening vrij een raadsman naar keuze uitkiezen, zonder naleving van de overheidsopdrachtenreglementering?
In de relatie advocaat en overheid-cliënt gelden inderdaad bepaalde uitzonderingsregels, waarbij de regels inzake overheidsopdrachten niet spelen. Zo geldt bijvoorbeeld de regelgeving in principe niet zodra een overheid-cliënt in rechte vertegenwoordigd wil worden door een advocaat. De vertegenwoordiging in rechte moet trouwens zeer ruim worden opgevat: het gaat over arbitrage- of bemiddelingsprocedures, procedures voor een (andere) overheidsinstantie en procedures voor rechterlijke instanties, zowel in binnen- als buitenland.
Ook als een overheid-cliënt bij een advocaat advies inwint ter voorbereiding van een procedure, spelen de overheidsopdrachtenregels in principe niet. Voor het inwinnen van advies in het kader van eventuele toekomstige procedures kan de overheid in principe eveneens een advocaat naar keuze consulteren. Belangrijk hierbij is wel dat er concrete aanwijzingen moeten zijn en er een grote kans moet bestaan dat er een dergelijke procedure zal worden gevoerd over de kwestie waarop het advies betrekking heeft. Het mag dus niet gaan om een louter hypothetisch toekomstig geschil. Met andere woorden, niet alle adviesverlening ontsnapt aan de regelgeving inzake overheidsopdrachten: het betreft dus niet het juridisch advies dat los van elke geschilprocedure wordt gegeven, maar enkel adviesverlening in het kader van een lopende of dreigende procedure. Bovendien moeten zelfs in dat laatste geval (en ook ingeval van werkelijke procedures), indien mogelijk en indien de geraamde waarde van de diensten bepaalde drempels overschrijdt, meerdere advocaten worden geconsulteerd, zonder dat evenwel een offerte moet worden gevraagd.
De achterliggende reden voor het uitsluiten van de toepassing van de regels rond overheidsopdrachten in de relatie overheid-cliënt en advocaat (in de genoemde gevallen) ligt in het intuitu personae-karakter van de verleende dienst, de vertrouwensband tussen advocaat en cliënt en de soms (hoog)dringende gevallen waarin een advocaat wordt geconsulteerd. Deze achterliggende ratio werd recent ook expliciet aanvaard door het Grondwettelijk Hof en het Europese Hof van Justitie.
Reactie toevoegen