De termijn van hoger beroep tegen een faillissementsvonnis van een faillissement uitgesproken na 1 mei 2018: goed opletten is de boodschap

Onderstaand artikel is een uittreksel uit de tweedelige 'praktische gids voor faillissementscuratoren', editie 2021, van gewezen stafhouder Brigitte Vander Meulen. Lees hier meer bijdragen.
 

.


De praktische gids behandelt chronologisch en systematisch alle stappen bij de afwikkeling van een faillissement, zowel de toepassing van de faillissementswet als van boek XX WER. Het omvangrijke werk van 980 bladzijden bevat een apart modellenboek en een handige trefwoordenlijst.

U kan de twee delen voor 261,66 euro (incl. BTW) op papier en in een e-book formaat verkrijgen via Wolters Kluwer.

 



Luidens de Faillissementswet (faillissementen uitgesproken voor 1 mei 2018) neemt de termijn van hoger beroep tegen het faillissementsvonnis een aanvang de dag na de dag van de betekening van het vonnis voor wat betreft de gefailleerde, en de dag na de dag van publicatie van het vonnis in het Belgisch Staatsblad, voor elke andere partij dan de gefailleerde.

Voor faillissementen uitgesproken na 1 mei 2018 staat in artikel 108 § 3, laatste alinea van boek XX WER dat de termijn voor hoger beroep 15 dagen is te rekenen vanaf de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. De passage dat de termijn voor de gefailleerde 15 dagen is vanaf de betekening van het vonnis, is weggelaten.

De weglating van deze bepaling (met name dat de gefailleerde een eigen beroepstermijn van 15 dagen heeft vanaf de dag der betekening) gaf aanleiding tot onzekerheid en verdeeldheid in rechtspraak en rechtsleer.
- De ene strekking stelde dat de wetgever door het nieuwe artikel XX 108 § 3 laatste lid WER duidelijk de wil heeft geuit dat er nog slechts 1 aanvangsdatum is om beroep aan te tekenen voor de gefailleerde, met name de datum van publicatie van het vonnis in het Belgisch Staatsblad.
- De andere strekking was van mening dat artikel XX 108 § 3, vierde lid WER niet betekent dat voor de gefailleerde de termijn toch niet start vanaf de betekening. Dit valt af te leiden uit art. XX.3 WER (1). Het voordeel van deze strekking is dat voor de gefailleerde de beide termijnen (verzet en beroep) starten op hetzelfde moment met name vanaf de betekening van het vonnis.

In een arrest van 10 april 2020 verbrak het hof van cassatie een arrest van het hof van beroep waarin was gesteld dat het vonnis van faillietverklaring in kracht van gewijsde gaat 15 dagen na de betekening ervan en dat vanaf dan er geen enkel rechtsmiddel meer kan tegen worden ingesteld. Het hof van cassatie stelt dat er tegen een verstekvonnis verzet kan worden aangetekend, maar ook beroep. De termijn van verzet verstrijkt 15 dagen na de betekening van het vonnis aan de gefailleerde.
De termijn om beroep aan te tekenen tegen ditzelfde vonnis, verstrijkt voor de gefailleerde 15 dagen na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, zelfs indien inmiddels tegen dit vonnis geen verzet meer mogelijk is. Het hof verbreekt dan ook het arrest waarin het hoger beroep werd afgewezen als onontvankelijk op grond van de vaststelling dat het hoger beroep werd ingesteld 15 dagen na de dag van betekening en zonder dat het hof van beroep rekening had gehouden met de (latere) datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad

.(1) Art. XX 3 WER luidt: “onverminderd de gevolgen die het Gerechtelijk Wetboek hecht aan betekeningen, beginnen de termijnen te lopen …”

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.