Prostafhouder Carmen Matthijs voerde mee de onderhandeling met ING over de financiële bijdrage voor de balies. Deze heeft geresulteerd in een 'enveloppe' waarvan een deel variabel is, en met name afhangt van het aantal deposito's en kredieten van de Vlaamse advocaten bij ING.

 

Zoals u kon lezen in het verslag van de vorige raad van de Orde (Henri nr. 135), ligt de begroting weer ter bespreking en goedkeuring op de tafel van de raad, en meteen daaraan verbonden de beslissing over de grootte van de baliebijdragen voor 2025.

De raad van de Orde is overeenkomstig artikel 443 Ger.W. vrij de hoegrootheid van die baliebijdragen te bepalen. Niet nodig te herhalen, want u weet immers dat hierin de bijdrage voor de polis beroepsaansprakelijkheid, de polis insolvabiliteit, het gewaarborgd inkomen bij ziekte of ongeval, het Solidariteitsfonds voor Advocaten en Gerechtsdeurwaarders, de cyberverzekering, en de bijdrage voor de OVB begrepen zitten, en het kleine restsaldo voor onze eigen baliewerking dient.

Dat de baliebijdragen de grootste inkomstenbron zijn voor onze balie is een evidentie – leden betalen veelal een clubgeld - maar die 3.3 mio EUR en de bijna 1 mio EUR werkingskosten voor het organiseren van ons BJB (het tweede grootste in Vlaanderen en het derde in België) volstaan niet om de ondertussen ongeveer 5 mio EUR kosten te dragen.

Tot nu was er de jaarlijkse financiële bijdrage – genoegzaam gekend als de omzetbonus - die ING België NV (hierna ING) aan de Vlaamse balies (let wel en ook hierna: telkens zonder Brussel Nederlands) uitkeert en in 2023 voor ons afgerond 330.000 EUR of 235 EUR per advocaat bedroeg en voor 2024 (berekening en uitbetaling in maart 2025) wellicht in dezelfde grootte orde zal liggen.

Die omzetbonus wordt overigens al enige jaren afgekalfd doordat ING de kosten van alle derdenrekeningen (voor onze balie meer dan 1500!?) en de papieren uittreksels – nog steeds zweren een handvol confraters hierbij – hierop in rekening brachten. 

Maar zwaar financieel onweer dreigde toen ING drie jaar geleden aangaf de overeenkomst ‘omzetbonus’ van 10 februari 2010 – bij bijzondere volmacht ondertekend door OVB namens de Vlaamse balies en afgesloten voor onbepaalde duur - op te zeggen.

Dat ondenkbare gebeurde ook effectief, waarop de opzeg na onderhandelingen met OVB en met een vertegenwoordiging van de Vlaamse balies (mezelf incluis) weer werd ingetrokken, maar waarbij werd aangekondigd dat de omzetbonus gespreid over vier jaar telkens met 25% zou afgebouwd worden tot 0 EUR. Toch wel een financiële aderlating voor onze balie.

Een wissel aan de Privalis-top keerde tijdelijk het tij; de afbouwplannen werden weer opgeborgen, maar dat gegeerde uitstel bleek geen afstel.

Een dik jaar geleden gaf ING onmiskenbaar aan een einde te willen maken aan de lopende overeenkomst ‘omzetbonus’ en – toch onverwacht - een nieuwe overeenkomst thans van bepaalde duur te ambiëren. Een onderhandelingsploeg samengesteld uit OVB voorzitter Callens, bestuurder De Meyer, stafhouders Crauwels, Talloen en mezelf werden de arena ingestuurd.

Bij die besprekingen bleek dat naast de overeenkomst ‘omzetbonus’ van 2010, OVB meerdere jaren daarvoor (lees 16 juni 2004) met ING bij bijzondere volmacht namens de Vlaamse balies (opnieuw zonder Brussel Nederlands) een overeenkomst (van onbepaalde duur) ‘voor derdenrekening advocaten’ had afgesloten.

Gedurende 10 jaar (tot 2014) werd de daarin genegotieerde rente op de derdenrekeningen, na aftrek van de kosten op die rekeningen (zie supra) netjes aan de balies betaald. De negatieve rente sinds juni 2014 (tot juni 2022) leidde er echter toe dat de bestaande overeenkomst onder de radar bleef tot de zoektocht naar de ‘oude’ overeenkomst ‘omzetbonus’ startte.

En laat die ‘vergeten’ rente op die derdenrekeningen nu net dat ene - totaal onverhoopte - envelopje zijn!

Na vele besprekingen en onderhandelingen – na verloop van tijd enkel met de stafhouders - werd in een dading vastgelegd dat voor de periode november 2022 tot december 2023 de Vlaamse balies samen netto (dus na aftrek van de roerende voorheffing) afgerond nog 825.000 EUR aan rente op de derdenrekeningen te ontvangen hebben.

Ook de rente op de derdenrekeningen voor 2024 (het jaar zit er bijna op en dan weten we meer) waar op hetzelfde bedrag wordt gerekend, werd mee opgenomen in de dading.

De ‘sponsorbudgetten’ van ING lieten echter niet toe die - niet in hun balans opgenomen en minstens - 1.650.000 EUR in één keer uit te betalen en er werd overeengekomen dat de betaling zal gespreid worden over drie jaar (2025/2026/2027) waarop een genegotieerde rente zal toegekend worden van 3.505%.

De 20 jaar oude overeenkomst ‘voor derdenrekening advocaten’met ING werd beëindigd en voor de toekomst werd door OVB met de grootbanken die zich opnieuw willen conventioneren met betrekking tot de derdenrekeningen (niet limitatief ING, KBC, BNP Paribas Fortis, Belfius, Argenta) een nieuwe overeenkomst vastgelegd.

Maar terug naar die omzetbonus waarvoor het onderhandelingsteam in eerste instantie op pad was gestuurd. Waar de dading met betrekking tot de rente op de derdenrekeningen het verleden betrof, was het overleg over de omzetbonus toekomstgericht.

ING wilde een einde maken een de lopende overeenkomst en wenste een kortdurend engagement, het stafhoudersteam wilde een nieuwe langdurige overeenkomst over het toch wel substantieel bedrag voor de Vlaamse balies: 1.500.000 EUR.

ING wilde de helft van het bedrag van de omzetbonus variabel en niet alles meer vast en enkele parameters in te lassen. De stafhouders wensten de zekerheid dat de omzetbonus niet te veel afhankelijk werd van onzekere factoren.

Finaal – na heel wat één op één gesprekken en pendeldiplomatie - is een nieuwe overeenkomst ‘financiële bijdrage voor diensten’ ondertekend voor de duur van vier jaar die ingaat op 1 januari 2025.

De Vlaamse balies mogen nog steeds rekenen op een omzetbonus van thans 1.550.000 EUR als basis, die voor 70% of 1.085.000 EUR vast is en jaarlijks geïndexeerd wordt (gezondheidsindex) met een cap van 2%.

Daarnaast is er een variabel gedeelte van 30% of 465.000 EUR dat kan fluctueren tussen min 348.750 EUR (-25%) en max 581.250 EUR (+25%) op basis van twee parameters:

• evolutie van de gemiddelde deposito’s op alle professionele rekeningen (zoals zichtrekeningen, spaarrekeningen, termijnrekeningen, rubriekrekeningen...) met uitsluiting van de derdenrekeningen en privé zichtrekeningen
• evolutie van de gemiddelde kredieten (professionele kredieten en hypothecaire kredieten)

U mag dit begrijpen als een gewogen gemiddelde tussen de twee parameters, telkens geplafoneerd op 25%.

Daar waar de ING kerstsok na de ‘omzetbonusafbouw-aankondiging’ drie jaar geleden er nu leeg en slap zou bijhangen, steekt er thans opnieuw een (ander) mooi gevuld envelopje in!

En u confraters, jong en ouder, weet wat u de volgende vier jaar te doen staat!

 

Carmen Matthijs