Het salomonsoordeel | Het College van Toezicht: vooruitgang in het tuchtrecht van de advocatuur

,


Elke advocaat is onderworpen aan een tuchtrecht dat in de kern draait om waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid, onafhankelijkheid en partijdigheid. Concrete deontologische verplichtingen zijn ook vervat in de Codex Deontologie voor Advocaten. Deze regels vormen het fundament van de advocatuur en waarborgen het vertrouwen in ons beroep.

Toch is het toezicht op de naleving van deze regels niet uniform. Met acht Vlaamse stafhouders, die elk hun eigen invulling geven aan het toezicht, is er sprake van diversiteit in de toepassing van het tuchtrecht. Dit heeft geleid tot de oprichting van het College van Toezicht in 2020 door de Orde van Vlaamse Balies (OVB). Dit College streeft naar een geharmoniseerde toepassing van het tuchtrecht over de balies heen.
 

De stafhouder als toezichthouder op de advocaten

Het Gerechtelijk Wetboek wijst de stafhouder aan als de persoon die toezicht houdt op de advocaten binnen zijn of haar balie. Wanneer er sprake is van een mogelijke tuchtinbreuk, is het de stafhouder die het onderzoek inleidt. De stafhouder kan een dossier – via de voorzitter – doorverwijzen naar de tuchtraad, die in eerste aanleg oordeelt. Als er beroep volgt, is dat bij de Tuchtraad van Beroep in Brussel.

Elke stafhouder voert dit toezicht op een eigen manier uit, waarbij de autonomie, organisatie en tradities van elke balie een belangrijke rol spelen. Dit resulteert in variatie in aanpak en accenten, wat tot gevolg heeft dat advocaten soms ongelijk behandeld kunnen worden.
 

Het College van Toezicht: harmonisatie en toezicht

Het College van Toezicht is opgericht in de schoot van de OVB om onafhankelijk toe te zien op de tuchtuitoefening door de stafhouders en door de voorzitters van de tuchtraden en om daarover te rapporteren (artikel 293 e.v. Codex Deontologie voor Advocaten).  De rapporten hebben tot doel te informeren, maar ook bij te dragen aan het harmoniseren van de toepassing van het tuchtrecht.

Het College bestaat uit vijf leden, onder wie twee advocaten, twee niet-advocaten en de voorzitter van de OVB, momenteel Peter Callens.

Het College verzamelt jaarlijks gegevens over het tuchtrecht en publiceert deze in een jaarverslag. De bevindingen en aanbevelingen zijn erop gericht de transparantie en efficiëntie van het tuchtrecht te verbeteren. De zeer lezenswaardige jaarverslagen zijn te vinden op de website van de OVB. Wie interesse heeft in het tuchtrecht en de manier waarop we dit toepassen, zal in deze verslagen een goed overzicht vinden. Terloops gezegd: ook alle uitspraken van de tuchtraden zijn, geanonimiseerd, terug te vinden op deze website. Wie denkt dat de toepassing van het tuchtrecht occult is, vergist zich.
 

Jaarverslag 2022-2023: enkele belangrijke bevindingen

In juni 2024 publiceerde het College van Toezicht zijn vierde jaarverslag over het tuchtbeleid en de tuchtrechtspraak in het  gerechtelijk jaar 2022-2023. We lichten er enkele zaken uit.
 

Aantal klachten en aantal tuchtdossiers

In 2022-2023 waren er 4.235 verzoeken tot tussenkomst bij de Vlaamse stafhouders, inclusief de stafhouder van Brussel Nederlands. In 301 gevallen opende een stafhouder een tuchtdossier, waarvan 43 in West-Vlaanderen. In verhouding tot het aantal advocaten  waren er in West-Vlaanderen 3,08 % tuchtdossiers, wat in de buurt ligt van het aantal tuchtdossiers in Gent (3,25%) en Antwerpen (2,73%). Kampioen in deze reeks is de balie Oudenaarde (de kleinste Vlaamse balie) met 12,5%. Grote verliezer is balie Brussel Nederlands (de grootste) met 0,59%.

Van deze 301 tuchtdossiers zijn er finaal 31 verwezen naar de tuchtraad. Merkwaardig is dat zowel de kampioen in het aanleggen van tuchtdossiers (balie Oudenaarde), als het kneusje (Balie Brussel) geen enkele zaak verwezen. Voor de balie West-Vlaanderen werden 4 dossiers verwezen. De tuchtdossiers die niet zijn verwezen waren op het einde van de periode ofwel nog in onderzoek (de meeste), ofwel onontvankelijk verklaard ofwel geseponeerd. De stafhouder kan seponeren als de feiten niet bewezen zijn, geen tuchtinbreuk vormen (vooral betwistingen over aangerekende erelonen, vermeende gevallen van beroepsaansprakelijkheid of klachten tegen de advocaat van tegenpartij) of van onvoldoende gewicht zijn. In die gevallen gaf de stafhouder soms een vermaning.

De tuchtraad besteedt in het bijzonder aandacht aan de 144 sepotbeslissingen en vraagt de stafhouders deze in de toekomst nog beter te motiveren en sneller de knoop door te hakken.

Zo een tuchtonderzoek geopend is op basis van een tuchtklacht, moet de stafhouder de klager verwittigen van het sepot. De klager kan hiertegen beroep aantekenen bij de voorzitter van de tuchtraad. Het College van Toezicht stelt vast dat de voorzitters in de 28 zaken waarover zij in 2022-2023 oordeelden, geen enkele beslissing van een stafhouder hervormden.
 

Welke inbreuken komen in tucht?

Het College catalogeerde de diverse tuchtinbreuken waarvoor stafhouders vervolgen. In de grotere clusters van meest voorkomende tuchtinbreuken stelt het College van Toezicht volgende verdeling vast:

,

 

Het gaat om het gros van de inbreuken, waarvoor een tuchtdossier is geopend. De advocaat-cijferaar zal opmerken dat de opgegeven percentages samen inderdaad ruim lager zijn dan 100.
 

Welke sancties legden de tuchtraden op?

De drie Vlaamse tuchtraden (Antwerpen, Brussel en Gent) leverden in 2022-2023 samen 69 tuchtbeslissingen af:

,

 

Waarschuwing of berisping was soms de sanctie voor het niet naleven van de regels inzake permanente vorming. Voor het niet naleven van de reglementering inzake derdengelden of bij een overtreding van het beroepsgeheim werden schorsingen uitgesproken, soms (deels) met uitstel. De tuchtraden hebben advocaten geschrapt die de belangen van hun cliënten verwaarloosden, misbruik pleegden van derdengelden of het beroepsgeheim overtraden.

Uit de praktijk weten we ook dat de tuchtraden bij een eerste veroordeling relatief mild lijken te oordelen, maar strenger worden voor recidivisten. Wie tweemaal een schorsing oploopt, kan de tweede schorsing trouwens zien omzetten in een schrapping.

Naar mijn aanvoelen verschillen advocaten in hun reactie op tuchtuitspraken niet veel van burgers die reageren op uitspraken van de strafrechter. Zolang we zelf niet betrokken zijn, vinden we de uitspraken van de tuchtraad nogal slap. Zijn we zelf voorwerp van een tuchtvervolging, vinden we de uitspraak van tuchtraad onredelijk streng voor ons concrete geval.

Het College van Toezicht is zich hiervan bewust en geeft volgende aanbeveling: “De leden van de tuchtraden worden erop gewezen dat de balies de uitgesproken tuchtstraffen soms te licht vinden. Voldoende aandacht zou moeten gaan naar de onderbouwing van de sanctie en de naar de toekomst toe afschrikkende aard daarvan, zeker ingeval van recidive.
 

Hoe zit het met de doorlooptijd?

Het College van Toezicht is bezorgd over de soms lange doorlooptijd van de tuchtprocedures en formuleert hierover een aantal aanbevelingen.

Bijvoorbeeld stelt het College voor dat de stafhouders de klagers meteen zouden informeren over het recht zich te wenden tot de voorzitter van de tuchtraad als de stafhouder niet binnen de zes maanden na de klacht een beslissing nam. Het College stelt met genoegen vast dat de meeste balies thans een tuchtcel hebben, maar suggereert meteen de tuchtonderzoekers binnen een bredere kring te rekruteren, zodat de onderzoekers sneller zouden handelen.

Tuchtonderzoeken over multipele inbreuken blijven al te lang hangen en de stafhouder hoeft, als over de feilen ook een strafonderzoek loopt, niet steeds de afloop van een strafonderzoek af te wachten. “De uitkomst van een strafrechtelijke procedure die betrekking heeft op dezelfde feiten als een tuchtonderzoek moet immers niet worden afgewacht, als er reeds voldoende bewijzen voorhanden zijn van de tuchtrechtelijke inbreuken om deze volgens de eigen juridische weg af te handelen. Zelfs een strafrechtelijke vrijspraak belet geen tuchtrechtelijke veroordeling over dezelfde feiten.
 

Andere aanbevelingen: hoe kan het beter?

Het College van Toezicht bespreekt 13 aanbevelingen die het al in vorige verslagen deed en voegt er nog 12 aanbevelingen aan toe.

Veel van die aanbevelingen roepen alle betrokkenen, stafhouders, onderzoekers, voorzitters en tuchtraden, op om helder te zijn: duidelijke communicatie, modernisering van het taalgebruik, duidelijke omschrijving van de tuchtinbreuk, volledige motiveringen. Het College wijst er op dat over de hedendaagse inbreuken, zoals de witwasfeiten, niet licht mag worden gegaan. De reputatie van onze beroepsgroep en onze onafhankelijkheid (doen wij het niet, dan zal de overheid het overnemen) staan op het spel.

De balie West-Vlaanderen voldoet al aan de suggestie van het College om, bij een klacht tegen een advocaat, ook de relatief makkelijk te verifiëren andere compliance te onderzoeken. Stelselmatig laat de stafhouder in dat geval nagaan of de baliebijdrage is betaald, of voldaan is aan de regels inzake het beheer van derdengelden en de derdenrekening, en of de betrokken advocaat voldoet aan de regels in verband met permanente vorming.
 

Besluit

Het College van Toezicht speelt een belangrijke rol in de harmonisatie van het tuchtbeleid binnen de Vlaamse advocatuur. Door toezicht te houden op de stafhouders en tuchtraden, en door jaarlijks te rapporteren, helpt het College een consistentere en transparantere toepassing van het tuchtrecht te waarborgen. Voor advocaten is het essentieel om deze ontwikkelingen op te volgen, want een meer uniforme toepassing van de deontologische regels draagt niet alleen bij aan de rechtszekerheid, maar versterkt ook het vertrouwen in onze beroepsgroep.

Het jaarverslag van het College van Toezicht toont aan dat er nog werk aan de winkel is, vooral wat betreft doorlooptijden en de onderbouwing van sancties.

 

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.