"Klaagmuur en biechtmoeder tegelijkertijd" | Dubbelinterview met stafhouder Carmen Matthijs en kandidaat-stafhouder Alain Vanryckeghem

We komen aan het eind van het mandaat van de derde stafhouder van de balie West-Vlaanderen.
Carmen Matthijs zwaait weldra af als eerste vrouwelijke stafhouder van de balie West-Vlaanderen (maar blijft kandidaat voor de raad van de Orde en de algemene vergadering van de OVB) en Alain Vanryckeghem, onze vicestafhouder, stelt zich kandidaat als stafhouder.

Hét uitgelezen moment voor een dubbelgesprek!

 

Carmen, met welk gevoel zal je het stafhouderschap binnenkort eindigen?

Met een heel positief gevoel en tegelijk met spijt dat het voorbij is: je voelt je als een kapitein aan het roer van een schip dat nu eens door kalmere en dan weer woeliger wateren vaart. Eens aangemeerd, ben je tevreden dat het schip geen averij heeft opgelopen en er geen man overboord is, maar ebt de adrenaline van de uitdaging ook weg. Het is een hele eer door de leden van je balie gekozen te worden tot stafhouder, je probeert er voor hen te zijn en je ervaart ook echt dat je in die functie gewaardeerd en gerespecteerd wordt. Ik oefen de functie nog steeds heel graag uit. En ja, … ik zal het missen. 😊
 

Wat vind je het belangrijkste in de functie als stafhouder?

Je bent het gezicht en de vertegenwoordiger van een beroepsgroep, je verdedigt de belangen van 1400 confraters, je bouwt mee aan de modernisering van het beroep, je meandert binnen het netwerk van relaties met stakeholders, neemt verantwoordelijkheid in heikele (tucht)dossiers, werkt nauw samen met de baliemedewerkers, deelt een bravo uit aan de vrijwilligers, viert de jubilarissen, ondersteunt de Conferenties van de Jonge Balie, … maar als ik er toch eentje zou moeten uitkiezen dan is het toch wel aanspreekbaar zijn. Je bent een soort ‘go between’ voor de ontevreden rechtzoekenden en ruziënde confraters; je bent klaagmuur en biechtmoeder tegelijkertijd. Je vangt klachten en belangenconflicten op en probeert een deontologisch onderbouwde oplossing of uitweg te bieden. Maar ook aanspreekbaar zijn voor de korpsoversten, collega-stafhouders en de bestuurders van de OVB en vice versa, zodat de lijnen kort kunnen gehouden worden en de contacten hoffelijk en warm.
 

Ben je trots op bepaalde verwezenlijkingen? En zijn er ook minder leuke kanten aan het stafhouderschap?

Je verwezenlijkt nooit iets helemaal alleen. Het is hoe dan ook steeds een teamgebeuren, een groepsinspanning, een gezamenlijk realisatie. Ik ben er trots op dat we beslist hebben om een baliedirecteur aan te werven met het oog op continuïteit, dat de ‘firma’ financieel gezond is ondanks de vele uitdagingen, dat ‘oude’ tradities zoals de Revue en de viering van de jubilarissen onder mijn batonnaat werden gereanimeerd, dat het Welzijnsloket het licht zag, maar vooral dat balie West-Vlaanderen als derde grootste balie van Vlaanderen en het tweede grootste BJB van Vlaanderen gehoord en geloofd (in beide betekenissen) wordt en vooral heel dikwijls als ‘voorbeeld’balie wordt opgevoerd.

Voor de minder leuke kanten aan het stafhouderschap verwijs ik je door naar mijn man 😊;  hij beweert al een lijst van to do’s voor mij in petto te hebben…
 

Zijn er zaken die je in de komende weken nog absoluut gedaan wil krijgen?

Ik heb de eer deel te mogen uitmaken van het onderhandelingsteam rond het project New DPA, waarbij het de bedoeling is dat OBFG en de Waalse balies toetreden tot DIPLAD. De onderhandelingen leken soms op de processie van Echternach, de afronding van die besprekingen vergt zeker nog een belangrijk deel van mijn aandacht, maar zoals het er nu naar uit ziet, zullen op 12 juni de aktes ondertekend worden.

Ook maak ik samen met de stafhouders van Antwerpen en Dendermonde deel uit van het team dat de besprekingen voert met ING over een nieuwe overeenkomst over de omzetbonus voor de Vlaamse balies. Ook dit zou ik nog heel graag afronden.

En verder is het zaak om een vlotte overgang naar en doorstart van Alain als nieuwe stafhouder voor te bereiden.
 

Welke raad wil je Alain meegeven voor zijn stafhouderschap?

Alain maakt al lang genoeg deel uit van de raad van de Orde en kan bij zijn vader, die tot tweemaal toe stafhouder was van de voormalige balie Ieper, als leermeester te rade om te weten wat de rol van een stafhouder is. Ik ben ervan overtuigd dat hij zijn eigen visie heeft op hoe hij zijn batonnaat vorm wil geven. Dus geen schoonmoederlijke raad van mijn kant. Wel een confraternele: geniet ervan; het is sneller voorbij dan je denkt.
 

Zijn er projecten die je als prostafhouder in het bijzonder zal blijven opvolgen?

Alles en niets in het bijzonder. Of anders gezegd, ik hoop nog nuttig te kunnen zijn in de raad en in de algemene vergadering van de OVB en me daar verder te mogen inzetten in de domeinen die ik voor mijn batonnaat als mijn interesses beschouwde: mensen, cijfers en faillissementen.
 

Hoe verliep de samenwerking tussen jullie beiden?

Carmen:
De samenwerking verloopt opperbest en sluit perfect aan bij de tendens dat de vicestafhouder nauw betrokken wordt bij de werking van de balie en OVB. Het is immers belangrijk dat er continuïteit is, want veel projecten zijn aan evaluatie en wijziging onderhevig en kunnen soms niet in één batonnaat én op de rails gezet worden én afgerond zijn.

Alain:
Ik heb de samenwerking als zeer positief ervaren, omdat het al een eerste beeld geeft over wat het stafhouderschap zelf zoal behelst. En dat is natuurlijk niet weinig.

Vergaderen met de korpsoversten, de agenda van de raden van de Orde helpen voorbereiden tot beslissen bij verhindering van de stafhouder, het passeerde allemaal de revue.

Carmen is altijd open en communicatief geweest over de onderwerpen die alle advocaten ertoe doen, maar discreet over de dossiers waarin ze alleen moest beslissen. Dat siert haar en deed mij nog meer inzien welke verantwoordelijkheden het batonnaat met zich meebrengt.
 

Alain, wat motiveerde je om kandidaat te zijn voor het stafhouderschap?

Om met een boutade te antwoorden: het stafhouderschap is niet iets wat je ambieert, het is iets dat op je afkomt.

Als lid van de ‘Ieperse’ raad was het batonnaat destijds bijna een evidentie. Mijn vader, Luc Vanryckeghem werd er zelfs tot tweemaal toe stafhouder en raadsleden werden als het ware ‘in volgorde’ stafhouder zolang ze niet weigerden.

In de West-Vlaamse raad was de insteek bepaald anders en als ‘kleine Ieperling’ had ik al afscheid genomen van het batonnaat - toegegeven, met pijn in het hart.

Gaandeweg bleek mijn werk in de raad echter wel geapprecieerd. Mijn naam werd steeds vaker naar voor geschoven en sinds dat besef ging letterlijk geen dag voorbij zonder dat ik me op één of andere manier voorbereidde op die taak.

Als één iets me in het bijzonder motiveert voor deze functie is het dan ook een diepgewortelde liefde voor het beroep van advocaat.
 

Waarop wil jij de accenten leggen als je tot stafhouder wordt verkozen?

Hoewel er veel mooie verhalen geschreven worden, hebben onrustwekkend veel advocaten ook zorgen. Zij het mentaal of financieel.

Onze raad zette al in op een structuur om ook deze advocaten waar mogelijk bij te staan, via onze sociale cel of met het aanstellen van vertrouwenspersonen.

Ik draag graag mijn steentje bij om deze structuur verder uit te bouwen en ook het bestaan ervan nog beter te communiceren aan onze advocaten. Ondanks alle inspanningen ben ik immers nog steeds niet zeker dat we iedereen bereiken.
 

Welke zaken zijn absoluut voor verbetering vatbaar op lokaal en op Vlaams/nationaal niveau, Alain?

Hoewel ons nobel beroep staat voor intellectuele uitdaging en verdedigers van het recht, worstelen we al eeuwenlang met een negatieve perceptie.

Het ware naïef te denken dat we zoiets in een handomdraai opgelost krijgen, maar we moeten wel onvermoeibaar blijven inzetten op enerzijds een correcte communicatie in het publieke debat-een taak die ik eerder voor de OVB weggelegd zie- en anderzijds een doorgedreven opvolging binnen de beroepsgroep – een taak voor de stafhouder en diens raad.
 

Bedankt voor het gesprek!

 

Commentaar

Frank Cambien

Beste Stafhouder en Vice- Stafhouder,

Uit jullie beider antwoorden blijkt zowel engagement als enthousiasme.
Ik kan alleen maar bevestigen dat beide ook nodig zijn om het goed te (kunnen) doen.
Aan beiden verder alle succes toegewenst.

Geplaatst op vr, 31/05/2024 - 12:09

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.