Over (ere-)magistraten, emeritaat en magistraten die terug advocaat worden

Gewezen stafhouder Frédéric Busschaert over (ere-)magistraten, het emeritaat en magistraten die terug advocaat worden
 

PENSIOEN

Art. 152 Grondwet bepaalt dat de rechters voor het leven worden benoemd. Zij worden in ruste gesteld op de bij wet bepaalde leeftijd en genieten van het bij wet bepaalde pensioen. De leeftijdsgrens voor de magistraten vindt men terug in art. 383 Ger. W. Rechters blijven ook na hun opruststelling met hun ambt bekleed, hoewel ze dit niet meer daadwerkelijk uitoefenen (Cass. 8 juni 1973, Arr. Cass. 1973, 1972).

Dit is niet het geval voor de magistraten die vervroegd hun pensioen aanvragen en onder de regeling van art. 397 Ger. W. vallen (“De wetten op de pensioenregeling voor de leden van het burgerlijk rijkspersoneel en hun rechtverkrijgenden zijn van toepassing op de magistraten die niet voldoen aan de vereisten om voor de bepalingen van dit hoofdstuk in aanmerking te komen”).

Zij verliezen het statuut van magistraat en kunnen bijvoorbeeld niet langer de functie van voorzitter of enige andere functie in commissies uitoefenen waarvoor de wet bepaalt dat ze moeten toevertrouwd worden aan een magistraat.

 

ERE-MAGISTRAAT

Een magistraat die minstens tien jaar het ambt van magistraat heeft uitgeoefend kan gemachtigd worden om de eretitel van zijn ambt te voeren (laatste functie).

Hij moet de vraag niet uitdrukkelijk stellen. De personeelsdienst van de FOD Justitie vraagt ambtshalve het advies van de korpschef en desgevallend voor de magistraten van de zetel ook nog bijkomend advies van het parket.

Indien het advies gunstig is wordt de eretitel in principe toegekend. Het is finaal de minister die beslist.

Deze titel kan ook toegekend worden bij ongunstig advies. Veel hangt af van de motivering van het negatief advies.

Indien de eretitel wordt geweigerd kan dit worden aangevochten bij de Raad van State, aangezien het om een administratieve beslissing gaat. Het niet toekennen van de eretitel dient dan ook degelijk te worden gemotiveerd.

Of men als magistraat al dan niet vervroegd op pensioen gaat heeft dus niets te maken met het al dan niet mogen voeren van de titel van ere-magistraat.

 

EMERITAAT

Het emeritaat is geen eretitel maar het pensioen dat wordt toegekend aan de magistraat die op de leeftijdsgrens vertrekt en minstens dertig jaar dienst telt waarvan ten minste vijftien jaar in de magistratuur.

Men spreekt hier van het zogenoemde emeritaatspensioen (art. 391 Ger. W.).

Het emeritaatspensioen is gelijk aan de referentiewedde bepaald in art. 8, § 1, van de algemene wet op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen van 21 juli 1844.

Hiervoor dienen dus geen adviezen te worden ingewonnen; het is een recht voor zover men aan de voorwaarden voldoet.

 

KAN EEN GEWEZEN MAGISTRAAT TERUG ADVOCAAT WORDEN?

Er dient in deze terug gevallen te worden op art. 437 Ger. W.

Voormeld artikel voorziet drie absolute onverenigbaarheden met het beroep van advocaat, met name:

- werkend magistraat, griffier en staatsambtenaar;
- notaris en gerechtsdeurwaarder;
- [vooralsnog] het drijven van handel of nijverheid.

Het vierde gedeelte van voormeld artikel voorziet ook nog een aantal relatieve onverenigbaarheden.

Rechters die op de bij wet bepaalde leeftijd met pensioen gaan blijven onderworpen aan de wettelijke onverenigbaarheden (Dumon, F. “De rechterlijke macht onbekend en miskend” R.W. 1981-1982 (513), 517, nr. 30). Ook de tuchtregels blijven op hen van toepassing.

Een en ander doet besluiten dat de magistraat wiens ambtsuitoefening door het bereiken van de leeftijdsgrens vermeld in artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek een einde heeft genomen, zijn hoedanigheid van magistraat behoudt. De magistraat die vóór het bereiken van die leeftijdsgrens op pensioen is gegaan, verliest daarentegen de hoedanigheid van magistraat, ook al is hij gemachtigd om de eretitel van zijn ambt te voeren” (Raad van State, nrs. 209.286 en 209.287 van 29 november 2010)

Indien het om een “magistraat voor het leven” gaat bestaat er dienvolgens een onverenigbaarheid met het beroep van advocaat en kan de heropname op het tableau van de Orde van Advocaten niet worden gevraagd.

Dit geldt niet voor de magistraten die vervroegd met pensioen gaan en bijgevolg de hoedanigheid van magistraat verliezen. Zij kunnen ten allen tijde hun weder inschrijving op het tableau vragen met de rang van hun eerste inschrijving, onder voorbehoud van goedkeuring door de raad van de Orde. De weigering van de inschrijving moet met reden worden omkleed (art. 432 Ger. W.).

 

Commentaar

Marc Daenen

Geachte,

Ik ben als magistraat op emeritaat gesteld wegens het bereiken van de wettelijke leeftijd van 67 jaar. Ik heb conform aan de recentere wijzigingen aan het statuut afstand gedaan van het statuut van magistraat, maar blijf emeritus. Ik heb dus de hoedanigheid van rechter niet meer en dat is een bewuste keuze die je nu kan maken. In vind deze nuance niet terug in het boven vermeld artikel.

Geplaatst op vr, 09/06/2023 - 11:08
Putteman

Persoonlijk vind ik het ' ongepast', ' ongezond' , ' immoreel' dat wanneer men na jaren magistraat geweest te zijn, overschakelt naar ' het andere kamp' , hetwelk men wellicht als magistraat gedurende jaren bekampt heeft. Waarom doet men dit? Zeker niet uit idealisme , maar wel vanuit de zekerheid van een deftig pensioen als magistraat ( zelfs gedeeltelijk), nog eens in de ' geldpotten ' te scharrelen , daarbij zijn ervaring als magistraat ( met studiedagen betaald door de staat) geldelijk te valoriseren. Door zo te handelen bevestigt men doorheen de jaren als magistraat dat men hypocriet was!

Geplaatst op vr, 09/06/2023 - 11:16
Pol Tanghe

Met stijgende verbazing las ik de reactie vaneen zekere mevrouw of mijnheer Putteman – de naam is alvast iet terug te vinden op onze tableau – over de magistratuur. Met bijna een halve eeuw balie heb ik nogal wat magistraten zien passeren en de ene zal wellicht al wat meer consideratie gehad hebben voor de advocaten dan de andere (die met een wat langere baliecarrière zullen ook beter de problemen begrijpen) maar elkaar “bekampen” is er zeker nooit bij geweest. Elk heeft zijn rol te vervullen en respecteert die van de ander, daarmee uit. Overigens had ik het voorrecht de laatste jaren de (zittende) magistratuur wat van dichterbij mee te maken en ik kan getuigen dat rechters tegenwoordig hard moeten werken. En als er al eens een klacht of verzuchting is komt dat vaak uit een gevoel van eenzaamheid. Want wij beseffen niet dat rechters tegenwoordig hun ambt vrij solitair beoefenen. Eén of twee zittingen in de week op de rechtbank, en voor het overige thuis vonnissen schrijven. En magistraten die na hun pensioen opnieuw naar de balie komen zijn eerder zeldzaam. De orde zal overigens bij mijn weten indien nodig afspraken maken bij de vraag tot (her-) opname, om bijvoorbeeld niet te gaan pleiten waar men gezeteld heeft. Het probleem is dus zo goed als onbestaande en zeker niet waard om er zo’n scherpe – en naar mijn gevoelen ongepaste – kritiek op te spuien. Dit moest even gezegd worden.

Geplaatst op zo, 11/06/2023 - 10:44

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.