Beste confraters 
 

Als we dezer dagen door het kantoorraam al eens mijmerend naar buiten turen - inspiratie zoekend voor één of andere treffende formulering in een belangrijke conclusie - valt het op: het diepe groen in de bomen evolueert naar valere herfstkleuren, die zalige zuiderbries gaat steeds meer richting gure noorderwind.

Het nieuwe gerechtelijk jaar moet zich wel op gang aan het trekken zijn…

Voor ondergetekende staat zoiets voor een batonnaat dat al over halfweg is. Het ambt is intens, de verscheidenheid aan taken groot. Vergaderingen leiden en volgen, contacten met collega-stafhouders, OVB en korpsoversten, kennis nemen en opvolgen van klachten, verlenen van adviezen, deontologische betwistingen bemiddelen, vertrouwelijke besprekingen met bezorgde confraters. En ondertussen wie weet brandjes blussen, zoals vorig jaar omtrent de verlate uitbetaling van de pro-Deogelden.

Er kan zonder voorbehoud gesteld dat de functie vaak intens is, maar altijd interessant. Gelukkig is er een sterk personeelsteam als ruggesteun en een raad waar elk lid een eigen departement leidt of er minstens deel van uitmaakt.

Welkom in die raad trouwens aan de nieuwe raadsleden Maarten Vandermeersch en Jolien Talloen, welkom terug aan BJB-voorzitter Filip Mourisse. Eind augustus werden ook zij ingewijd in het raderwerk van onze organisatie tijdens onze zogenaamde ‘soudureraad’, waarbij oud- en nieuw verkozenen samenzitten voor een naadloze opvolging.

Startschot van het gerechtelijk jaar is traditiegetrouw de eedaflegging van onze stagiairs voor het hof van beroep. Met meer dan vijftig waren ze, om de eerste schuchtere stappen te zetten onder het goedkeurend oog van de karmozijnrode togati én onze minister van Justitie. We wensen ze allen succes en een geëngageerde patron toe.

Dank alvast ook aan onze Jonge Balies voor het organiseren van hun ‘infomoment voor de stagiairs’, dat al medio augustus doorging en lof oogstte tot over de provinciegrenzen. De tijd ligt ver en finaal achter ons dat nieuwbakken confraters zomaar op de arena losgelaten worden. We bieden uitgebreide, duidelijke en concrete informatie aan onze starters, van het aanvragen van een KBO-nummer tot het wegwijs maken in ‘Henri’, van het opstarten van een derdenrekening tot duiding over de sociale vangnetten in moeilijker dagen.

Wat dit laatste betreft maken we verder werk van onze sociale commissie, die vorig jaar boven de doopvont werd gehouden en hier en daar peilde bij confraters van wie we vernamen dat ze zware dagen beleefden. In tijden waarin welzijn steeds meer aan de orde is mag zoiets niet ontbreken, wie weet maakt een klein gebaar een groot verschil.

Nieuw dit jaar wordt onze ‘commissie artificiële intelligentie’. Laat ons niet vrezen voor een fenomeen dat ons het brood van de plank zou halen, laat het ons daarentegen omarmen en aanwenden in ons voordeel. Aan deze commissie om onze advocaten daarin bij te staan: in kaart brengen wat er zoal op de markt is, de beroepsgroep duiden op pro’s en contra’s, de noden van onze beroepsgroep aankaarten bij de AI-spelers. Wordt vervolgd.

Ondertussen doen we dit jaar ook verder waar we vorig jaar gebleven waren in onze contacten met de magistratuur. Zo presenteerden we eerder al een akkoordnota over de vergoeding van de professionele bewindvoerders en klopten we nu met onze commissie burgerlijk recht af op een gezamenlijk ondertekend protocol. Ik beveel u de lectuur (en de naleving…) ervan levendig aan.

Het blijft de ambitie om een gelijkaardig protocol af te sluiten in straf-, familie- en jeugdzaken.

We blijven anderzijds kritisch waken over onze eigen werking. De werklast voor het Bureau Juridische bijstand is en blijft enorm. Dat heeft alles te maken met de strenge voorwaarden van hogerhand bij het verlenen van aanstellingen en het toekennen van prestaties.

We begrijpen dat vaak veel gevraagd wordt van de advocaten, gaande van geduld tot bijkomende stukken. Weet dat geen van de personeelsleden daar ook maar enig genoegen in schept, integendeel werden we de vorige maanden geconfronteerd met een uitstroom aan personeel.

Stilaan komen we weer op kracht en vanaf deze week werken we voor het eerst sinds lang in volle getale, zodat de historische achterstand de goede kant uitgaat. Aan de advocaten vraag ik secuur te zijn bij het voegen van stukken en -bovenal- steeds voornaam te blijven in de omgang. Enkel zo sparen we de kool en de geit: zelf een onafhankelijke en voor iedereen leefbare pro-Deowerking organiseren en daarbij toch de begrijpelijke budgetcontroles van onze overheid doorstaan. Moet kunnen!

Bij dat alles mag dan gerust ook al eens uitgezien worden naar wat festiviteiten hier en daar. Zo nodig ik u zeer graag uit op onze vermaarde openingsconferentie op 10 oktober in de Vossenberg te Hooglede. Gastspreker wordt mr. Fay Reynaert, die ons bij de hand neemt met haar vraag ‘Meester, waar procederen we vandaag?’.

Aan het enthousiasme van het team OC zal het alvast niet gelegen hebben, dus hopelijk tot dan!
 

Alain Vanryckeghem
Stafhouder