Is de West-Vlaamse advocaat met uitsterven bedreigd?

Geef toe, dramatische titel, nietwaar?
Zo’n vaart zal het (nog) niet lopen, oef, jouw hartslag kan weer wat zakken, maar ik heb jouw aandacht en die hou ik toch graag voor een duizendtal woorden vast.
Volg even mee.


 
Het einde van het jaar in zicht en dan komt de goedkeuring van het tableau steeds op de agenda van de raad van de Orde van onze balie. Zo was het ook de afgelopen week. De verplichting tot het samenstellen van een gerangschikte lijst van advocaten volgt uit de wet, want artikel 430 van het Gerechtelijk Wetboek verplicht elke balie ertoe om ten laatste op 1 december van elk kalenderjaar een tableau op te maken.

Bovendien draait onze balie, geboren op 1 september 2018, ondertussen al iets meer dan vier jaar op volle toeren en vond ik het een ideaal moment om ook eens in de cijfers achter ons advocatenlegioen te duiken.
Onze secretaris nam ons met zijn fijne bijdrage in november al eens mee doorheen wat cijfermateriaal van onze balie, met onder meer een focus op de vervrouwelijking ervan, maar ik doe er graag nog een schepje bovenop.

 

Hoe zit dat nu eigenlijk met die slabakkende groei van de advocatuur? Kunnen we dat algemeen aanvoelen ook hard maken met cijfers van onze balie? Spijtig genoeg wel.
 

Eerst even terug in de tijd

Gemiddeld groeide het aantal advocaten voor alle Vlaamse balies tussen 2006 en 2012 met ongeveer 16 procent aan, zo bleek uit de Advocatenbarometer editie 2013. Uit diezelfde advocatenbarometer, editie 2020 wel, bleek dan weer dat ‘tijdens de periode tussen de tweede en derde Advocatenbarometer’ ‘de gemiddelde groei van de Nederlandstalige advocatenpopulatie echter aanzienlijk trager’ verliep ‘dan tijdens de periode tussen de eerste en de tweede Advocatenbarometer, respectievelijk 10% tegenover 16%.
Een stevige daling van de groei dus.

Specifiek voor West-Vlaanderen bleek uit die beide barometers ook dat de groei over de periode 2006 – 2012 ongeveer 16 procent was, en voor de periode 2012 – 2019 op net geen 5 procent ingeschat werd. In een totaliteit zou de balie, uiteraard bij samentelling van de toenmalige bestaande balies, over de periode 2016 – 2019 aangegroeid zijn met 21 procent.

We zagen dus al een dalende groei. Voor sommigen onder ons is dat waarschijnlijk net goed nieuws, want uit diezelfde barometer bleek ook dat zeven op tien advocaten op het tableau vinden dat er gewoon ook te veel advocaten zijn. Voor anderen, waartoe ik mezelf reken, is dit eerder een wake-upcall voor een ster, de advocatuur die, mogelijk, tanend is.
 

Hoe zou het ondertussen zijn met die dalende groei in West-Vlaanderen, sinds onze fusiebalie is opgestart?

Sinds de start van de balie West-Vlaanderen in september 2018 zijn er op het tableau van advocaten 279 advocaten bijgekomen, waarvan 169 vrouwen (pakweg 60 procent van de nieuwkomers). Er komen dus jaarlijks in West-Vlaanderen gemiddeld 64 advocaten bij.

Daartegenover staat echter ook dat sinds diezelfde start ook al 277 het tableau in West-Vlaanderen hebben verlaten, waaronder ook 141 vrouwen (51 procent). Dat zijn er dus gemiddeld ook jaarlijks 64. Sommigen onder hen gingen wel naar een andere balie (15 procent).

Sinds de geboorte van de balie kwamen er tot nu toe ook 327 stagiairs op de lijst van stagiairs terecht. 215 van hen, dus 65,7 procent, is vrouwelijk. Gemiddeld starten er jaarlijks dus 75 stagiairs aan de balie West-Vlaanderen. Echter, 73 van hen (22 procent) rijdt die rit van stage in West-Vlaanderen niet uit, waarvan zelfs liefst 70 procent vrouwelijk. 34 procent van de lijstverlaters verandert van balie.
 

Wat leren die cijfers ons nu?

Cijfers zeggen niet alles, maar tegelijk toch ook veel. In ons geval is dat dan dat de groei van het aantal advocaten in West-Vlaanderen, toch voorlopig, voorbij lijkt.

In de afgelopen periode is de balie West-Vlaanderen in totaliteit met twéé advocaten op het tableau gegroeid. ‘Oei, dat is weinig’ hoor ik je terecht denken.

We zijn niet gekrompen, dat niet, maar goed. De groei stagneert, en dat ligt in lijn met wat de professoren van de universiteiten Gent en Leuven met de advocatenbarometers ook al hadden vastgesteld: een dalende groei.

Zitten we op een kantelpunt richting een krimp? Ik heb geen glazen bol dus dat zal de toekomst verder moeten uitwijzen.  
Maar als we een vergelijking maken tussen de jaren 2019 en 2022, beide toch twee ‘normale’ jaren met daartussen dat vermaledijde coronatijdperk, dan moeten we toch alert zijn voor de tendensen die zich daarbij aftekenen.

In 2022 zijn de schrappingen van het tableau, in vergelijking met 2019, met liefst 31 procent gestegen. Het aandeel vrouwen bij die weglatingen steeg van 47 naar 61 procent. In 2019 waren er nog 75 stagiairs (waarvan 62,6 procent vrouwelijk), terwijl er dat in 2022 toch een vijfde (20 procent) minder zijn (en het aandeel van vrouwelijke stagiairs van die starters wel gestegen is naar 70 procent). Het aandeel van stagiairs dat vroegtijdig de stage afbreekt, zonder naar een andere balie te verhuizen, is van 14 procent (2019) gestegen naar 20 procent (2022).

Lichtpunt lijkt te zijn dat in 2022 nét iets meer nieuw bloed op het tableau werd opgenomen, met 67 advocaten in 2019 en twee meer in 2022. Het is het enige cijfer dat omhoogging, met die nuance dat er in 2021 wel een enorme daling was van advocaten die op het tableau kwamen, met amper 40. Een verklaring ligt daar niet meteen voor het rapen.

Onder die nieuwe advocaten op het tableau was in 2019 trouwens 61 procent vrouwelijk en in 2022 is dat 65 procent, dus een stijging met vier procentpunten.
 

Met cijfers kan je alle kanten uit?

En gaat het trouwens ook niet over een te korte referentieperiode? En moet dat dan niet grondiger en globaler op Vlaams niveau onderzocht worden?
I hear you, criticaster; het antwoord op deze vragen is steeds volmondig ‘ja’.

Het is roeien met de riemen die er zijn. Globale actuele cijfers in Vlaanderen, of zelfs het ganse land, zijn niet publiek beschikbaar, ook niet voor advocaten.
Niet dat daarvoor wetgevend initiatief moet worden afgewacht, maar ook bij wet van 5 mei 2019 werd onder meer onze Orde van Vlaamse Balies verplicht om een gezamenlijke elektronische lijst van alle advocaten in Vlaanderen, over de baliegrenzen heen, op te stellen die publiek is en voortdurend moet worden bijgewerkt. Maar ik vermoed dat de OVB niet echt zit aan te dringen op het KB dat nog moet bepalen welke gegevens in de lijst moeten worden opgenomen.

Terug naar de cijfers van onze balie.

Kop in het zand hierover is zeker een optie, de cijfers relativeren of algemene tendensen aanwijzen die de situatie kunnen vergoelijken ook, maar volgens mij zijn er toch betere keuzes.

Waar we moeilijk omheen kunnen, is dat er tot nu toe weinig cijfermateriaal komt dat ons niét waarschuwt voor een krimp in onze beroepsgroep. Ook uit recent studiewerk van YouConnect blijkt dat startende advocaten tot 50 procent sneller de balie verlaten dan pakweg een decennium geleden. Die vertrekkers blijven trouwens ook bijna allemaal in de juridische sector actief. Dat maakt het eens zo pijnlijk. En als kers op de taart rollen kantoren bijna over elkaar om die getalenteerde stagiair binnen te halen of ervaren medewerkers aan te trekken om hun groei te kunnen beantwoorden. Maar goed, ook dat vinden sommige advocaten fel overdreven.

Voor het toekomstperspectief van ons beroep is een krimp van de advocatuur, volgens mij, werkelijk nefast en dus gaat de alarmbel dus best af. Een dalende populatie leidt on the long run tot uitsterven. Voor advocaten is dat niet anders.

Waar we tijdens de coronapandemie met z’n allen leerden dat een curve best snel weer daalt, moeten wij als beroepsgroep nu dringend toch het omgekeerde realiseren. De curve moet opnieuw omhoog. En daar zal ondertussen een hinkstapsprong, en dus actie, voor nodig zijn.
 

Ons beroep zal zich moeten heruitvinden of het is een vogel voor de kat. Misschien, of misschien ook niet. Maar we willen toch als beroepsgroep geen uitgedroogde kamerplant worden?
 

Onze toekomst hangt af van wat we vandaag doen.
 

Bram Vandromme

 

Commentaar

Cambien Frank

Het artikel van de steeds bedrijvige Confrater Bram Vandromme heb ik met aandacht gelezen.
Goed dat we zulke zaken (geïllustreerd met blijkbaar weinig beschikbare cijfers) te lezen krijgen.
Zijn eerder pessimistische kijk op de evolutie(s) binnen de (West- Vlaamse) advocatuur deel ik niet.
Meer dan 20 jaar geleden bij de oprichting van de OVB waarschuwde één van de bestuurders- oprichters (wiens naam ik hier niet noem) in dezelfde zin.
Het is alleszins anders gelopen.
Ik heb de cijfers over een langere periode niet te mijner beschikking maar naar mijn aanvoelen zou dat wel eens een gewone op en neer- golfbeweging (heeft niets met de sport te maken) kunnen vertonen zodat elke vrees voor neergang niet aan de orde is.
Of speelt mijn 'déjà vu- gevoel na 42 jaar balie mij (te veel) parten?

Frank Cambien

Geplaatst op ma, 12/12/2022 - 15:10

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.