Nog maar eens: Vrouwen aan de balie anno(versie) 2022: een ‘item in perpetuum’ of een ‘vinkje’ aka ’fait accompli’?
Het was vorig jaar een levendig item: in onze Henri van maart 2021 had ik het voorrecht een stand van zaken te beschrijven over de aanwezigheid van vrouwen op ons dierbaar West-Vlaams tableau. Opzet was de vele meningen die aan onze balie West- Vlaanderen werden geventileerd te ondersteunen en/of te relativeren aan de hand van objectieve cijfers.
Er werd daarbij reeds gepleit voor een voortdurende waakzaamheid tot gendergelijkheid zonder te vervallen in het opleggen van verplichte quota. In de Standaard van 29 oktober 2022 bepleitte Joren Vermeersch nadrukkelijk ‘het einde van positieve discriminatie’ met verwijzing naar de zwaar onder druk staande verplichte quota aan Amerikaanse topuniversiteiten (raciaal) of aanvaardingscriteria voor personeel aan de VUB (gender). Het thema is vorig jaar nooit meer uit de actualiteit verdwenen. Onder meer onze openingsredenaar confrater/consoror anno 2021 wijdde haar rede integraal aan de verzuchting naar het doorbreken van de laatste (?) glazen plafonds en uw balie beloofde plechtig eeuwige waakzaamheid aan de dag te leggen en vooral niet terug te vallen op de oude uni-mannelijke denkpatronen uit onze balie prehistorie.
‘Meten is weten’ schreef voorzitter Callens in zijn ‘voorzitter op vrijdag’ van 26 oktober 2022. In haar onderzoek naar ‘de vrouw aan de balie’ schreef toenmalige confrater Anne-Marie Scheepers reeds op 17 maart 1984 in het Rechtskundig Weekblad : ‘Opvallend was de afwezigheid bij onze beroepsorganisaties van ernstig statistisch materiaal dat nochtans de basis zou moeten zijn van een te voeren beleid’, waarna een splijtende analyse volgde van ieder cijfer dat ook maar aanleiding of voorwerp kon zijn van debat. De beschouwing van de auteur ‘zonder enige twijfel beschikt de vrouw over de nodige intellectuele capaciteiten voor het beroep van advocaat. Er is geen enkel probleem van bekwaamheid’ komt anno 2022 eerder als een manifest anachronisme over dan als het resultaat van een beschrijvend onderzoek. Anderzijds moeten we dit in zijn tijdsgeest plaatsen door de vaststelling dat anno 1982-83 (toch niet meer de tijd van -echte- dinosauriërs!) van de 325 leden van alle leden van de raden van de ordes samen er… 7 vrouwen waren. De verwijzing in dezelfde bijdrage naar de vaak incongruente rollenpatronen, waarbij onze vrouwelijke confraters (zeker vroeger) veel meer dan hun mannelijke tegenhangers hun diverse andere (bijvoorbeeld huishoudelijke) rollen moesten combineren met een volle dagtaak als advocaat was daarentegen ook toen al een hot item.
De wil te meten en de nood te weten maakte dat wij vorig jaar een marginaal onderzoek publiceerden van enkele gezondheidsratio’s binnen onze West-Vlaamse balie wat de genderthematiek betreft, aangevuld met de belofte de cijfers in de toekomst op te volgen en waar mogelijk beschrijvende conclusies te maken. Geen Schopenhauer of Nietzsche meer in wat volgt! Ook Socrates, Hegel, Rousseau en Guido Belcanto elk op hun eigen manier toch als vooruitgangsfilosofen beschouwd, maakten zich in hun eigen tijdsgeest schuldig aan vrouwonvriendelijke wijsheden. Cijfers….cijfers…cijfers.
Starters en vertrekkers
In het eerdere op Henri geplaatste onderzoek werd gewezen op de aanhoudende vervrouwelijking van het beroep van advocaat dat zich overduidelijk blijft doorzetten. Wanneer we de recente cijfers aftoetsen aan deze van vorig jaar blijkt deze tendens zich ook onmiskenbaar verder te zetten.
Van de 277 confraters die in juni 30 jaar of jonger waren tellen we 173 vrouwen en 104 mannen. Bij de recente opnames van de nieuwe stagiairs op 29 september jl. waren er 27 nieuwe vrouwelijke confraters tegenover 10 mannelijke nieuwkomers.
Zoals we vorig jaar evenwel reeds aangaven dient echter ook de ‘achter’uitgang bewaakt te worden, willen we tot nuttige conclusies komen inzake gendergelijk(waardig)heid. Voornamelijk de doorstroming naar hogere functies blijft onduidelijk, in het bijzonder waar het grotere hiërarchisch gestructureerde kantoren/instellingen betreft. De confraters die de balie verlaten worden sinds kort systematisch bevraagd over het ‘hoe’ en ‘waarom’. Deze enquête werd vorig jaar ingevuld door 5 mannen en 15 vrouwen. 12 deelnemende vertrekkers waren jonger dan 30; 6 confraters 30 of ouder maar jonger dan 40 en slechts 2 waren 40 of ouder. Geen enkele afscheidnemende confrater ouder dan 50 nam deel, met dien verstande dat wie ereadvocaat wordt niet bevraagd wordt.
Uit de antwoorden op de vraag welke de omvang was van het kantoor dat men verliet kwam volgende statistiek naar boven:
Niemand verliet een eenmanskantoor, de meeste vertrekkers maakten deel uit van een klein kantoor bestaande uit 2 tot 4 leden. Twee van de vertrekkers waren vennoot met winstdeelname, 12 waren medewerker en 6 waren stagiair.
Wat leert ons dit ? Een link naar het bestaan van een glazen plafond kan uit de cijfers op zich zelf niet gededuceerd, maar uiteraard ook niet uitgesloten worden.
Effectief bevraagd over de reden van het vertrek werd gemotiveerd als volgt:
De work-life balance, gebrek aan perspectief, financiële overwegingen, en het zelfstandig statuut op zich, zijn de meest meer algemene terugkomende (mede)motieven. Deze laten op zich reeds veel stof tot denken over de evolutie van het beroep zelf, maar kunnen, mede door het beperkt aantal antwoorden, niet teruggeleid worden tot onze v-m en desgevallend x vraagstelling.
Kijken we eens naar onze eigen instellingen…
Voor de verkiezing van de leden van de raad was er een oproep naar nieuw jong engagement zonder ook maar één ogenblik het invoeren van bindende quota in overweging te nemen. Deze modus operandi is onmiskenbaar een succes gebleken.
De vorige peiling naar de samenstelling van onze raad was - de aandachtige lezer zal het zich herinneren - de volgende:
De laatste verkiezingen van stafhouder en raad anno 2022 geven volgend resultaat:
Afgezien van een verjonging in de breedte in het algemeen (6 leden zijn jonger dan veertig) is er vrijwel een volledig pariteit v-m bereikt. In de categorie jonger dan 50 is er zelfs een overwicht van vrouwelijke confraters.
“Cijfers zeggen alles maar nooit iets”?
Zit onze taak er op? Is het onderwerp ‘af’ en kunnen we ons als balie op andere items focussen?
Er zijn onmiskenbaar items die overduidelijk nog steeds wat stiefmoederlijk behandeld blijven in ons beroep (zoals daar zijn: modernisering van het beroep, work-life balance, perceptie van het beroep naar buiten toe, verloning enz.) of die minstens blijvende aandacht vragen. Maar de evolutie v/m/x blijft boeien?
Bij dit alles is het volgens mij essentieel dat gendergelijkwaardigheid en gendergelijkheid absoluut niet mogen verward worden, willen we een nuttig debat blijven voeren!
Enkele illustraties:
Op 12 juni 2022 vond de advocatenrun plaats. De top 10 van de binnen de snelste tijd binnengekomen namen luisterde naar Brent, Sam, Senne, Steven, Daan, Frederik, Jeff, Olivier , Michiel en Matthieu. Confrater Charline kwam op plaats 18 als eerste vrouwelijke advocaat over de lijn en oogstte - zeer terecht! - de meeste lof.
Uit het legendarische filosofisch traktaat van Monty Python van 1979 (!) ‘the life of Brian’ komt de volgende diepzinnige discussie, wanneer samenzweerder Stan gelijkheid met de vrouw ambieert:
Stan: I want to have babies.
Reg: You want to have babies?!?!?!
Stan: It's every man's right to have babies if he wants them.
Reg: But you can't have babies.
Stan: Don't you oppress me.
Reg: I'm not oppressing you, Stan -- you haven't got a womb. Where's the fetus going to gestate? You going to keep it in a box?
(Stan starts crying)
Judith: Here! I've got an idea. Suppose you agree that he can't actually have babies, not having a womb, which is nobody's fault, not even the Romans', but that he can have the right to have babies.
Francis: Good idea, Judith. We shall fight the oppressors for your right to have babies.
Reg: What's the point of fighting for his right to have babies, when he can't have babies?
Francis: It is symbolic of our struggle against oppression.
Deze parodie op de cultuur van zinloze debatten bevatte een gelaagdheid die door de gedateerde vorm niet mag verloren gaan:
Gelijkheid is niet alleen onmogelijk maar eigenlijk ook niet gewenst. Gelijkwaardigheid daarentegen des te meer en verdient daarom een blijvende aandacht. Het genderevenwicht binnen onze raad werd bereikt, niet door het opleggen van quota, maar door natuurlijke doorstroming van (o.m.) gedreven vrouwelijke confraters en een breed draagvlak binnen onze balie voor hun kandidatuurstelling. Of de doorstroming zich ook verder zal zetten op OVB-niveau en - vooral! - in de structuren van de advocatenkantoren zelf (waar het om de knikkers te doen is) kan een interessant item zijn, al dan niet in perpetuum. Doordat de doorstroming van informatie hierover vanwege de vertrekkers eerder te beperkt blijft om tot nuttige conclusies te komen kan het een suggestie zijn (ook) een bevraging door te voeren bij de ‘blijvers’ en al onze West-Vlaamse confraters te bevragen omtrent hun ervaringen. “If you can’t be a partner, we will fight for your right to be a partner. It is symbolic of our struggle against oppression”?
Rik Devloo
‘uw’ secretaris
Reactie toevoegen