OVB onder de loep | Verslag AV 24 september 2025

Vicestafhouder Stefan Pieters rapporteert over de algemene vergadering van de OVB.

 

1. Goedkeuring verslag

Het ontwerpverslag van de algemene vergadering van 25 juni 2025 werd ter goedkeuring voorgelegd. Na een korte toelichting door de voorzitter werd het verslag zonder opmerkingen goedgekeurd door de vergadering.
 

2. Jaarverslag cel anti-witwasregeling

Zoals gebruikelijk gaf de voorzitter van de cel anti-witwas, mr. Thomas Incalza, een overzicht van de werking van de cel in het afgelopen jaar. Het jaarverslag werd toegelicht en er was ruimte voor vragen vanuit de vergadering.
 

3. Jaarverslag Ombudsdienst

De Ombudsvrouw, mr. A. de Puydt, presenteerde het jaarverslag van de Ombudsdienst (ex-Ligeca) OCA. Zij gaf toelichting bij de belangrijkste trends en behandelde casussen van het afgelopen jaar.
 

4. Aanpassing van art. 35, 46 en 48 e.v. CDA

De voorgestelde wijzigingen aan de artikelen 35, 46 en 48 van de Codex Deontologie voor Advocaten (CDA) werden besproken. Aangezien er geen amendementen waren ingediend binnen de gestelde termijn, werd het ontwerp zoals in overweging genomen ter stemming gebracht. De vergadering keurde de wijzigingen goed.

Deze artikelen zullen als volgt luiden:

Art. 35 CDA

De advocaat-stagiair moet steeds alle verplichtingen vervat in deze afdeling respecteren en behartigt de zaken die hem door zijn stagemeester zijn toevertrouwd met de nodige ijver en zorg. Hij heeft de plicht een zaak te weigeren waarvan hij naar eer en geweten gelooft dat ze niet rechtvaardig is.

Hij schrijft zich na zijn opname op de lijst van stagiairs onverwijld in en volgt de beroepsopleiding voor advocaten-stagiairs georganiseerd door de Orde van Vlaamse Balies.

Hij voert de taken uit die hem door de stafhouder of in het kader van de juridische bijstand worden opgelegd, onverminderd bijkomende verplichtingen opgelegd door de overheid van de Orde.

Art. 46 CDA

De stagiair moet het bekwaamheidsattest behalen tijdens de eerste 30 maanden van zijn stage, onverminderd de mogelijkheid van onderbreking of schorsing van de stage, en ongeacht een eventuele derde zittijd.

Art. 48 CDA

De stagiair wordt geëvalueerd over de vakken die hij in het kader van de beroepsopleiding volgt. Deze evaluatie neemt de vorm aan van (schriftelijke of mondelinge) examens, papers en/of een permanente evaluatie.

Per gerechtelijk jaar zijn er twee examenzittijden.

Art. 49 CDA

De stagiair die niet geslaagd is voor één of meer examens, wordt hiervan door de stageschool schriftelijk in kennis gesteld met mededeling van de resultaten van zijn examens. Deze kennisgeving bevat tevens een vermelding van de beroepsmogelijkheden conform art. 51.1 en geschiedt via elektronische weg aan zijn laatst gekend e-mailadres, vermeld op de website van de Orde van Vlaamse Balies. Tot één maand na deze kennisgeving heeft de stagiair het recht om zijn examens in te zien na eenvoudig verzoek gericht aan de coördinator van de beroepsopleiding.

Art. 51.1 CDA

Indien het resultaat na de tweede zittijd nog steeds negatief blijft, kan de stagiair hoger beroep instellen bij de beroepscommissie.

De beroepscommissie bestaat naast de voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies of een bestuurder die hem vertegenwoordigt uit vier effectieve leden en vier plaatsvervangers, aangeduid door de algemene vergadering voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. De beroepscommissie bepaalt haar eigen procedurereglement dat ter kennis wordt gebracht aan de stageschool die instaat voor de publicatie ervan.

Hoger beroep wordt, op straffe van onontvankelijkheid, ingesteld per aangetekend schrijven gericht aan de Orde van Vlaamse Balies en bevat alle middelen van de stagiair. Het hoger beroep moet ingesteld worden binnen een vervaltermijn van een maand na de kennisgeving van het resultaat.

Een verzoek tot toelating tot de derde zittijd heeft opschortende werking. De termijn voor hoger beroep begint pas te lopen na hetzij de kennisgeving van de weigering tot een derde zittijd hetzij de kennisgeving van een negatief resultaat in de derde zittijd.

Artikel 53bis Ger. W. is van toepassing. Het hoger beroep wordt behandeld binnen de maand nadat het is ingediend. De stagiair wordt uitgenodigd om te worden gehoord en kan zich laten bijstaan door zijn stagemeester en/of een advocaat van zijn keuze. De beroepscommissie beslist of de stagiair al dan niet geslaagd is, doch beschikt niet over de bevoegdheid om de toegekende punten aan te passen teneinde te beslissen dat de stagiair geslaagd is. De beslissing van de beroepscommissie wordt aan de stagiair meegedeeld per aangetekend schrijven op zijn adres vermeld op de website van de Orde van Vlaamse Balies. De bevoegde stafhouder en de bevoegde stagecommissie ontvangen een kopie van die beslissing.

Art. 51.3 CDA

De stagiair kan hoger beroep aantekenen tegen de weigering tot het afgeven van een bekwaamheidsattest (BUBA-attest). Dit beroep wordt ingesteld bij de beroepscommissie binnen een vervaltermijn van een maand na de kennisgeving van de weigering tot het afgeven van het bekwaamheidsattest en volgens dezelfde procedure als beschreven in artikel 51.1.

De gewijzigde tekst zal van toepassing zijn vanaf de dag van de publicatie ervan in het B.S.
 

5. Vervanging lid niet-advocaat Cel evenredigheid

Het huidige lid niet-advocaat van de cel evenredigheid treedt toe tot de balie en voldoet daardoor niet langer aan de vereiste. Er konden kandidaturen worden ingediend tot en met 15 september 2025. Dhr. Willem Debeuckelaere en dhr. Yorn Maes waren de 2 kandidaten. Tijdens de pauze vond een geheime stemming plaats om een nieuw lid aan te duiden. Dhr. Willem Debeuckelaere werd verkozen met een meerderheid van de stemmen.
 

6. Revisie Codex Deontologie voor Advocaten 

Bestuurder deontologie Jan Meerts gaf een toelichting bij het eerste deel van de voorgenomen revisie van de Codex. De commissie deontologie had hierover reeds overleg gepleegd en de vergadering werd geïnformeerd over de voorgestelde wijzigingen.
 

7. Aanpassing van art. 53 CDA 

De voorgestelde aanpassing van artikel 53 CDA, betreffende het PV inzake witwaspreventie en deontologie, werd besproken. Er waren geen amendementen ingediend en de vergadering keurde het ontwerp goed na bespreking.
Concreet zal elke advocaat jaarlijks 1 punt permanente vorming moeten behalen in het thema deontologie en ook in het thema witwaspreventie. Er werd op de AV benadrukt dat er afdoende opleidingen voorhanden zullen zijn om aan deze verplichtingen tegemoet te komen. Enige tijd terug gaf ik in een vorig verslag al wat tekst en uitleg over de witwasverplichtingen en waar die vandaan komen en als u dat nog graag eens herleest kan u dat hier doen.

De tekst van artikel 53 CDA zal als volgt luiden:

Elke advocaat stelt vrij zijn jaarlijks vormingsprogramma samen, dat kan bestaan uit juridische vormingen en beroepsondersteunende vormingen. Permanente vormingsactiviteiten leveren punten op.

Per gerechtelijk jaar moet een advocaat 20 permanente vormingspunten verzamelen.

Per jaar komen maximaal 10 punten in aanmerking voor seminaries, studiedagen of uiteenzettingen die binnen samenwerkingsverbanden, kantoororganisaties of gezamenlijk door advocaten georganiseerd worden en niet toegankelijk zijn voor andere advocaten.

Jaarlijks moet minstens 1 punt worden behaald voor opleidingen inzake deontologie en minstens 1 punt voor opleidingen inzake witwaspreventie

De stafhouder kan een lid van zijn balie om gegronde redenen vrijstellen van de verplichting tot permanente vorming en kan daartoe bijzondere modaliteiten opleggen. De vrijstelling geldt voor 1 gerechtelijk jaar en kan worden hernieuwd. De stafhouder houdt een lijst bij van de verleende vrijstellingen, die beschikbaar is voor de raad van de Orde.

Een teveel aan punten behaald in een gerechtelijk jaar kan ten belope van maximaal 40 punten worden overgedragen, zonder dat de totale overdrachten meer dan 40 punten kunnen bedragen.

Een advocaat die in een gerechtelijk jaar te weinig punten heeft behaald, kan door de stafhouder worden verplicht dat tekort in te halen binnen een opgelegde periode.

De bepalingen van dit artikel gelden niet tijdens de eerste drie jaar stage.

Ook hier zal de gewijzigde tekst van toepassing zijn vanaf de dag van de publicatie ervan in het B.S.


8. Overzicht van de lopende gerechtelijke procedures

Tot slot werd een overzicht gegeven van de lopende gerechtelijke procedures waarin de OVB betrokken is. Deze mededeling werd ter kennisname aan de vergadering voorgelegd.

 

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.