Robert Volckaert nieuwe eerste advocaat op West-Vlaams tableau

Stafhouder Volckaert is de nieuwe eerste advocaat op het West-Vlaams tableau. Dit na het betreurde overlijden van stafhouder Albéric Van Eeckhout die vorig jaar als eerste op het tableau stond. Henri ging op de koffie bij stafhouder Volckaert en luisterde naar zijn wedervaren van 65 jaar als advocaat dusver.

 

Stafhouder Volckaert, 65 jaar advocaat, dat is heel wat. Hoe is het destijds voor jou begonnen?

Ik ben geboren en getogen in Koolskamp, dat is een klein dorpje tussen Tielt en Roeselare. Mijn pa was varkenshandelaar en mijn moeder onderwijzeres. Ik heb geen voorgaanden in familie die met de rechterlijke wereld te maken hadden. Ik dacht ‘ik ga rechten doen, en ik kan dan nog altijd doen wat ik wil’. En zo ben ik afgestudeerd in Gent in 1958 - het jaar van de wereldtentoonstelling - en ik heb mij onmiddellijk ingeschreven aan de balie.

 

Bij wie liep je stage?

Bij Albert Claes in Brugge, die kantoor hield nabij de Kazernevest. Het was toen nog de gewoonte dat de kandidaat-stagiair zich voorafgaandelijk aan alle leden van de raad op hun kantoor ging voorstellen. Maar een stage toen stelde niet veel voor, vergeleken met nu. Ik heb tijdens mijn stage nog een jaar verder unief gedaan, nl. licentie criminologie en licentie notariaat. En na dat studiejaar, vanaf mijn tweede stagejaar, moest ik naar het leger. En dan tijdens mijn derde stagejaar deed ik gelijktijdig ook de notarisstage. Ik heb mij vanaf dat derde stagejaar gevestigd in Oostende.

 

Waarom Oostende?

Tja, Koolskamp was te klein. Tielt, daar moest ik niet gaan want Daniël (Vander Meulen, vader van stafhouder Brigitte Vander Meulen, nvdr) zat daar al. Roeselare? Dat is nu misschien het hart van West-Vlaanderen, maar dat was toen een dode, triestige stad. En daarom heb ik Oostende gekozen. De grote namen toen waren Willy Degraeve, André Heymans, Manten Coulier, Jan Felix, Herman Devroe. De jongere generatie was Bob Tjonk en Bob Schuysmans.

Degraeve mocht nog Frans spreken voor de rechtbank. Wie een diploma had van vóór 1935 had toelating om in Frans te pleiten. Terwijl de procedure voor de rest helemaal in het Nederlands was. De rechter moest dat maar verstaan. Die advocaten deden dat bijvoorbeeld als ze Franstalige cliënten meehadden.

Er waren ook nog advocaten die een barret droegen. De rechtbank droeg ook een barret. Stafhouder De Pauw van Blankenberge was de laatste die dat gedragen heeft.

 

Hoe verliepen die begindagen voor jou?

In begin van mijn stage had ik geen auto. Dus het was altijd met de tram en de trein en de bus. En dit terwijl de Vredegerechten overal waren! In Ruiselede, Ardooie, Meulebeke, Oostrozebeke, Hooglede, Gistel,… Begin maar eens om daar vlot te geraken met het openbaar vervoer. In het Vredegerecht van Ardooie heb ik mijn eerste zaak gepleit, een huurzaak was het. Ik heb finaal 250 BEF daarvoor gerekend, omgerekend is dat 6,25 EUR! Dat kun je je vandaag niet meer voorstellen.

Ik had in Oostende een appartement  aan de Koninginnelaan nr. 69, een gelijkvloers met souterrain, waar ik ook kantoor hield. Als jonkman in het mondaine Oostende ging ik veel uit. Dat was veilig uitgaan, en veel leute maken. Het waren hele mooie jaren.

De advocaten waren toen ook geen braveriken, ik heb alle cafés van Oostende leren kennen met sommige confraters. We gingen veel uit, dat was zeer confraterneel allemaal.

 

Werd er nog gewerkt ook?

Ja, ik heb véél gewerkt. Dat is geleidelijk aan gegroeid. Zo bijvoorbeeld kreeg ik een eerste faillissement van de rechtbank van koophandel hier in Oostende. Een traiteurszaak: de donderdagmiddag aangesteld, de zaterdag was er een trouwfeest. Wat doe je dan als curator? Die mensen waren in paniek, en het voorschot was al betaald. Ik heb dan de gefailleerde doen komen om te koken, en die mensen hebben op voorhand alles betaald. En we hebben er niets aan overgehouden, maar de trouw is doorgegaan en die mensen waren zeer dankbaar. Dit had ook een weerslag bij rechtbank, ze apprecieerden een pragmatische aanpak.

En dan had je ook de pro-Deo’s. Ik heb zo samen met Daniël een assisenzaak gedaan. Een taxichauffeur die vermoord was door een man en diens vriendin, om zo een paar 100 BEF te stelen. Resultaat: noppes, de man kreeg doodstraf, de vrouw twintig jaar. Maar: wij zijn in cassatie gegaan! En wij hebben rechtspraak uitgelokt! Want de politie had een film gemaakt, met al het bloedigste dat je maar kan bedenken. Met natuurlijk de bedoeling de jury te beïnvloeden. En wij hebben in cassatie gezegd dat assisen een mondelinge procedure is, en die film geweerd moest worden. Cassatie heeft gezegd ‘van nu voort mag je films tonen’. Dus wij hebben dat bekomen (lacht).

Om naambekendheid te krijgen en aan cliënteel te geraken moet je maken dat je ergens een voet aan de grond krijgt in het sociaal leven. Via een kameraad met wie ik gestudeerd had, Roland Slabinck, ben ik in het bestuur gegaan van de voetbalclub VG Oostende. Dat was de enige club in België met een familienaam in de naam: VG komt van Vanneste Genootschap. Dat was een liberaal hier in Oostende. In alle steden waren toen twee voetbalclubs, één van het Atheneum, en één van het college. Van het college was dat de “Association Sportive” of “Den Ass”. Nu, beide clubs hier in Oostende zaten in de miserie, en fusioneerden. En ik ben  dan op een bepaald moment voorzitter geworden van het huidige KV Oostende. Dat (voorlopig) nog altijd in eerste klasse speelt hé!

Zeer aangename wedstrijden waren onder meer tegen Cercle Brugge, waar stafhouder Paul Ducheyne toen voorzitter was, en tegen S.K. Roeselare, waar stafhouder Briek Van Eeckhout voorzitter was.

 

Ook in de basket ben je actief geweest?

Ja, mijn zonen Francis (confrater aan onze balie, nvdr) en Manu begonnen te basketten. Zo kwam ik in contact met Rudolf Vanmoerkerke, de man van Sunair. Hij vroeg mij in het bestuur. Ik heb daar jaren in gezeten, en trok mij aan van alle juridische aspecten. Toen Vanmoerkerke stopte, was ik ondervoorzitter, en dan keken ze naar mij om voorzitter te worden. Dus dat heb ik toen gedaan. Dat was van 2001 tot 2007. De periode van KV Oostende was in de jaren tachtig, dat ben ik toen gestopt toen ik stafhouder werd.

 

Je bent inderdaad stafhouder geweest, en heel actief geweest in de balie-instellingen?

Ik heb zeker mijn deel gedaan. Ik ben eerst in de jonge balie gegaan, en dan ben ik verkozen in de raad van de Orde. Ik heb zo veertien jaar Orde gedaan, waarvan twee jaar als stafhouder.

 

Ook op internationaal vlak heb jij toch wel een boost betekend voor het toenmalige Balie Brugge

Wel, als stafhouder word je overal geïnviteerd naar openingszittingen. Brugge had bepaalde connecties, bijvoorbeeld Barcelona en Parijs. Ik ging naar die openingszittingen. Dan kom je in contact met de brede wereld, en ontmoet je mensen van de echt grote balies van over heel Europa.

Op een bepaald moment bestond  de “Confédération des Grands Barreaux”. Brugge was daar natuurlijk geen lid van, dat was maar een ‘petit barreau’.  Maar door mijn contacten heb ik een paar keer meegevolgd als waarnemer, in Barcelona, Marseille, Bordeaux, Den Haag. Ik heb toen voorgesteld om die samenkomst eens in Brugge te organiseren. Ik was toen al stafhouder af, dat was tijdens stafhouder Vandeputte. Maar we hebben dan in Brugge congres gehouden van die CGB. Iedereen was zeer opgetogen daarover! En het is hier dat toen beslist geweest is dat de confédération moest uitbreiden, en dat die groepering omgevormd moest worden naar de “Fédération des Barreaux d’Europe”. Die nu nog steeds bestaat. De officiële oprichting was een jaar nadien in 1991, in Barcelona. Stafhouder Moeykens en stafhouder Goegebeur hebben belangrijke functies bekleed in die organisatie, en stafhouder Van der Perre is internationaal voorzitter geweest. Hij is nog altijd actief daarin.

 

sh volckaert ondertekenen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Wat is eigenlijk het onderscheid met die andere Europese advocatenorganisatie, de CCBE?

De CCBE zijn de nationale ordes van de landen van West-Europa. Die organisatie sluit aan bij de Europese instellingen. De Fédération staat daar los daarvan en groepeert balies.

Als stafhouder ben ik uiteraard ook lid geweest van de Nationale Orde (de voorloper van de huidige OVB, nvdr.) Dat waren alleen de stafhouders en vicestafhouders vroeger, geen verkozenen. Dus ik heb daar vier jaar in gezeten.

Op een bepaald moment ben ik dan door de Nationale Orde afgevaardigd om te zetelen in de CCBE.

 

Heb je veel kunnen verwezenlijken in die internationale instellingen?

Je moet weten dat was in de periode van de vorming van Europa, kort na de val van de Berlijnse muur. Oost-Europa viel open, en er barstte een strijd los over hoe dat daar zou georganiseerd worden. Want die balies in Oost-Europa hadden niets te zeggen. Stafhouders werden benoemd door het parket, dat eigenlijk alles regelde en alles controleerde. Die balies waren totaal niet onafhankelijk. Dus dat was werkelijk naar ginder gaan om te proberen dat op onze Westerse continentale manier te krijgen, en niet zoals de Britten en Amerikanen de procedures wilden opdringen, wat een gans andere manier van werken is. Dus op dat vlak was dat wel belangrijk.

Wat ik ook meegemaakt heb was de vorming op juridisch vlak van al die uniformiteit die er nu bestaat. Vroeger kon iemand uit Nederland niet pleiten in België en omgekeerd. Dat is nu allemaal opengekomen en gelijk getrokken.

Ik heb dan ook opdrachten gekregen van de Raad van Europa. Zo kreeg ik in 1994 opdracht om naar Chisinau te gaan, de hoofdstad van Moldavië. Ik moest daar gaan spreken, in het Engels, over het belang van de onafhankelijkheid van de advocatuur en de wijze van organiseren van de balie. De missie was werkelijk de gedachte van de onafhankelijke advocatuur naar Oost-Europa brengen. In 1994 naar Mamaia in Roemenië, in 1995 naar Minsk in Wit-Rusland, naar Budapest, met de nationale Orde naar Slovakije,… Die kwesties blijven nog altijd moeilijk. Zie bijvoorbeeld Moldavië, dat is net als Oekraïne. Dat paalt aan Rusland, en men is nog altijd bang dat Rusland daar kan binnenvallen en het pro-Russisch gedeelte terug inpalmen.

Door mijn contacten met Europese stafhouders ben ik ook bij het Internationaal Olympisch Comité geweest in Lausanne. Ik was lid van de Tribunal Arbitral du Sport, die moeten soms zware beslissingen nemen in verband me atleten en organisaties. En ook in commissie Droit et Sport. Ik verzamelde rechtspraak in heel Europa over sportaangelegenheden.

 

Hoe vond je de tijd om al die dingen te doen?!

Ik deed dat, tja. Ik heb stief vele gewerkt. Ik was een vroege werker. Ik was gewoon van vroeg op te staan door het hoger middelbaar (Koolskamp-Deinze) en de legerdienst. Dus ja dat blijft daar in zitten. En als het eens nodig is ook ’s avonds laat doorwerken. En in het weekend ook wel eens doorwerken.

Het is duidelijk dat Rosanne, mijn echtgenote, me veel heeft moeten missen, maar anderzijds was ze toch ook zeer gelukkig met de vele internationale contacten.

 

Hoe was verhouding met de Waalse balies?

Dat was geen probleem. Er waren zeer goede contacten met de Waalse stafhouders. Ik ging naar die openingszittingen, Mons, Luik, … Maar na mijn stafhouderschap is de scheuring van de Nationale Orde er gekomen. De basisreden was eigenlijk de verdeling van de pro-Deogelden. Er waren grote verschillen tussen de vorderingen van de Waalse balies en die van de Vlaamse basis. Die financiële basis is het begin van de scheuring geweest.

 

Wat is de moeilijkste beslissing die je ooit hebt moeten nemen als stafhouder?

Een politicus met een topfunctie voor de raad van de Orde brengen. Ik heb dat niet graag gedaan. Ik ben blijven proberen die kwestie geregeld doen krijgen, maar ten lange leste moest ik wel mijn verantwoordelijkheid nemen. De Orde besliste toen nog zelf over tucht. Er waren véél tuchtzaken vroeger. De advocaten voegden zich wel naar de beslissingen.

 

Welke verwezenlijkingen zijn er geweest tijdens je periode in de raad en je stafhouderschap?

Veel! Digitaliseren van het secretariaat van de balie (computers etc.). Invoering van de fax. Met een groepsabonnement voor de advocaten om die fax te gebruiken.

uittreksel reglement fax

fax prijs

 

Plaatsing van de cages voor advocaten in de rechtbank (en dus wel degelijk C-A-G-E zo werd verzekerd, nvdr.)

Toelating voor de advocaat om syndicus te worden. Het gevolg was natuurlijk een proces van de beroepsfederatie van de vastgoedmakelaars tegen een Brugse advocaat omdat dat volgens hen niet kon. De rechtbank heeft beslist dat dat wél mocht.

Het contract met de private kasbank. De bank kwam binnen in de rechtbank, dat was vier jaar na de verhuis van het gerechtsgebouw. Die verhuis was onder stafhouder Beuls. Er werd toen bedongen dat de rente op de geplaatste bedragen naar de Orde ging.

Toelating tot oprichting van een burgerlijke vennootschap.

Lijst van de voorkeurmateries

Eerste uitgave van het berichtenblad met nieuws van de balie. Eerste jaargang, nr. 1. Met alle beslissingen van de raad, en reglementen, enzomeer.

De Henri avant la lettre dus eigenlijk??

Wel ja als je het zo wil noemen.

henri avant la lettre

 

En heb je als advocaat mooie zaken gehad?

Ik mag zeker niet klagen. En ik heb ook wel grote faillissementen gehad. Op een bepaald moment een luchtvaartmaatschappij NV Pomair. Samen met André Heymans en wijlen Jef Van Ooteghem heb ik dan DC-8-vliegtuigen verkocht.

En voor het faillissement rederij Van Lul heb ik drie vissersboten in Dakar in Senegal verkocht.

Ik ben zelfs een paar maanden zonder het te weten uitbater geweest van een hoerenkot! Ik werd aangesteld als curator van een groothandel in condooms in Middelkerke. We gingen op plaatsafstapping naar het depot waar er wat dozen condooms nog waren, maar verder was er niets zei de gefailleerde.  Ik liet de bankrekening blokkeren, maar in de uittreksels die ik bleef binnenkrijgen zag ik dagelijks 1800 BEF, of een veelvoud daarvan, binnenkomen. De bank kon niet zeggen van wie dat kwam. Een paar maanden later kreeg ik op naam van de gefailleerde een recommandé dat er vier maanden huur achterstallig was van een pand in Brussel. Ik contacteerde die eigenaar en hij zei dat is een café aan het Noordstation. Ik daar naartoe, in de fameuze straat, ik kon al vermoeden wat het zou zijn. En ik moet zeggen ik werd daar hartelijk ontvangen door de dames! Zij legden uit dat ze 1800 BEF betaalden om een dag in de vitrine te mogen zitten.

Om maar te zeggen wat je soms tegenkomt.

 

Wat is je drive om zo lang door te gaan?

Ik ben ervan overtuigd mocht Francis niet aan de balie zijn, dat ik wel al zou gestopt zijn. Het is niet dat ik louter omwille van mijn zoon nog actief ben natuurlijk, ik heb nog enkele langlopende dossiers. In november heb ik nog een vereffening-verdeling gepleit in het Hof Gent. Ik pleit niet zo heel vaak meer nu, eerder uitzonderlijk. Vervangingen doe ik ook nog wel. En ik werk in dossiers van Francis. Ik moet nu soms raad vragen aan hem voor actuele wetswijzigingen. Maar vroeger was het omgekeerd! Als cliënten per se “den ouden” willen, doe ik nog consulten. Ik kom bijna dagelijks naar de bureau. Maar geen volle dagen.

 

Heb je veel stagiairs gehad?

Ik heb vijftien stagiairs gehad. Daarvan zijn er drie naar de magistratuur, drie naar de privé, twee naar het buitenland, en de anderen zijn advocaat gebleven. Of ik content ben van mijn stagiairs? Er is er toch geen één die mislopen is. En is er zelfs ene die stafhouder geworden is!

 

Heb je nog een goede raad voor jonge confraters?

Geloof in jezelf, wees correct tegen confraters en magistratuur, en wees op je hoede voor je cliënt die soms zaken eist waarop je best niet ingaat.

 

Bedankt stafhouder Volckaert!

 

(BVM en FVI)

Commentaar

Inge Godu

Hartelijk gefeliciteerd met dit mooie palmares!
Een mooie verdienste!
Inge en Jan

Geplaatst op zo, 12/03/2023 - 19:18
Rosa Volckaert

Proficiat met deze mooie en welgevulde carrière
Van niets begonnen en zo een prachtig resultaat bekomen is de moeite om te vermelden
Rosa

Geplaatst op vr, 17/03/2023 - 13:13
Frank Cambien

Met veel belangstelling heb ik het interview met stafhouder Volckaert gelezen. Begin de jaren negentig vorige eeuw heb ik stafhouder Volckaert naar aanleiding van een heel speciale zaak - hij zal wel weten welke zaak - leren kennen en enorm waarderen. Ik was dan ook zeer vereerd wanneer ik enkele jaren geleden mocht aanwezig zijn bij de feestviering t.g.v. van zijn toen 60- jarige professionele loopbaan die werd geleid door de betreurde stafhouder Manu Aspeele. Stafhouder Volckaert mag er zeker zijn en ik wens hem nog vele jaren in aanvaardbar goede conditie toe. Ad multos annos!

Frank Cambien

Geplaatst op ma, 20/03/2023 - 17:02

Reactie toevoegen

De inhoud van dit veld is privé en zal niet openbaar worden gemaakt.