Terug mondmaskerplicht bij verplaatsingen in gerechtsgebouwen vanaf vrijdag 29 oktober 2021
Het overlegcomité van 26 oktober kondigde terug een mondmaskerplicht aan in onder meer gerechtsgebouwen, met ingang van vrijdag 29 oktober 2021.
In het KB van 28 oktober 2021 is concreet voorzien in artikel 22 § 1, 2e lid:
Eenieder, met uitzondering van kinderen tot en met 12 jaar, is in elk geval verplicht om de mond en de neus te bedekken met een mondmasker op de volgende plaatsen: (...) 9° bij verplaatsingen in de publieke en niet-publieke delen van de gerechtsgebouwen, alsook in de zittingszalen bij elke verplaatsing en, in de andere gevallen, overeenkomstig de richtlijnen van de kamervoorzitter.
Aldus geldt dat er 'bij stilstand', dus bij voorbeeld bij zitten in de zittingszaal of bij (stil)staand pleiten, in principe géén mondmaskerplicht geldt, tenzij de kamervoorzitter anders aangeeft.
De korpsoversten hebben inmiddels ook geactualiseerde richtlijnen uitgevaardigd, zoals terug te vinden op de coronapagina.
Commentaar
Vraag aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg West - Vlaanderen.
Kan toegestaan worden dat advocaten enkel en alleen tijdens het houden van een pleidooi of repliek het mondmasker even aflaten.
Bij de ARBEIDSRECHTBANKEN beslissen de zittingsvoorzitters dit nu reeds, rekening houdend met de grootte van de zaal de aanwezigen enz. en worden de maskers afgenomen voor het pleidooi door de advocaten desgewenst.
Inmiddels update na publicatie KB en richtlijnen korpsoversten. Bij (stilstaand) pleiten geldt géén mondmaskerplicht, tenzij de kamervoorzitter anders aangeeft.
Reactie toevoegen