Wijziging modellen kosten en erelonen in faillissementen
Op 1 juli 2020 informeerden we u over de nieuwe werkwijze inzake de kosten en ereloon bij gebrek aan actief, in het licht van de toepassing van de Wet van 23 maart 2019 betreffende de gerechtskosten in strafzaken en gelijkgestelde kosten en tot invoeging van een artikel 648 in het Wetboek van strafvordering en het KB van 15 december 2019.
De werkgroep faillissementen van de ondernemingsrechtbank Gent heeft deze procedure aan een evaluatie onderworpen en komt tot het besluit dat het gebruik van deze werkwijze en bijhorende modellen op meerdere juridische bezwaren stuit.
Mogelijk komen er in de toekomst vanwege de FOD Justitie specifieke instructies ten behoeve van de taxatie- en vereffeningsbureau’s die hieraan tegemoet zouden moeten komen.
In afwachting hiervan heeft de werkgroep faillissementen beslist dat de curatoren niet langer gehouden zijn te handelen volgens de bedoelde tekst en modellen en dat zij wat de begroting van de kosten en erelonen betreft (voor faillissementen bij gebrek aan actief met tussenkomst van het taxatie- en vereffeningsbureau) tot nader order volgens eigen inzichten en op hun eigen wijze kunnen verzoeken, desgevallend conform de richtlijnen van de insolventierechter. De tekst en de modellen worden dan ook buiten werking gesteld.
Het model van kostenstaat ten behoeve van het taxatie- en vereffeningsbureau blijft in werking.
De desbetreffende modellen kan u hier raadplegen.
Reactie toevoegen